TEA; Biologie; Oögenese Flashcards

1
Q

waar vindt de vorming van eicellen plaats

A

in de eierstokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken primaire oöcyten

A
  • diploïd
  • bevinden zich in profase I van de meiose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in welke eierstok vindt elke maand een rijping van een primair oöcyt plaats?

A

Afwisselend in de linker en rechter eierstok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

volgorde oögenese

A
  • oögonie
  • primaire oöcyt
  • secundaire oöcyt + klein poollichaampje
  • ovulatie
  • bevruchting
  • rijpe eicel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe ziet een follikel er uit

A

een blaasjes met daarin de eicelmoedercel en vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rijpe follikel

A

Graafse follikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er tijdens de ovulatie

A
  • Graafse follikel barst open
  • Eicel komt in de eileider terecht
  • overblijfselen van de follikel vormen het geel lichaampje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly