CenB: ZSO21 celreceptoren en signaaltransductie (blad 5 en 6) Flashcards
1
Q
Voorbeeld van een katalytische receptor
A
RTK = Receptor-tyrosinekinase
2
Q
hoeveel liganden binden er aan RTK
A
2
3
Q
Wat voor soorten liganden binden er aan een katalytische receptor
A
- Hormonen
- groeifactoren
4
Q
Wat is Ras
A
Een membraangebonden eiwit met GTP-ase activiteit.
5
Q
MAPK-pathway
A
- 2 liganden binden aan RTK
- dimerisatie => activatie RTK
- Autofosforylatie van tyrosineresiduen
- GRB2 herkent gefosforyleerde tyrosine residuen en bindt
- rekrutering van SOS
- SOS associeert aan GRB2
- SOS activeert ras door vervanging van GDP naar GTP te katalyseren
- Ras-GTP activeert Raf-1
- Raf-1 fosforyleert MEK
- MEK fosforyleert MAPK
- MAPK verplaatst naar de kern
- MAPK fosforyleert TF
6
Q
Hoe wordt NO geproduceerd?
A
Uit L-arginine mbv nNOS
7
Q
Waar is NO belangrijk
A
In gladde spieren, het is een signaalmolecule in het autonoom zenuwstelsel
8
Q
effect van NO in gladde spieren
A
Relaxatie
9
Q
Signaaltransductie NO
A
- productie van NO uit L-arginine mbv. nNOS
- NO diffundeert in gladde spiercel
- NO activeert guanylylcyclase
- Guanylylcylase zet GTP om naar cGMP
- cGMP zorgt voor relaxatie