HIS7. Integratievoorbeeld: bovenste luchtwegen (blad2) Flashcards
bekleding van de nasopharynx
- cilindrisch epitheel met cilia
- slijmbekercellen
nasofaryngeale submucosa
- MALT: mucosa-geassocieerd lymfoïde weefsel
- grootste deel is diffuus
- nasofaryngeale amandelen/adenoïden
bedekking van nasofaryngeale amandelen/adenoïden
cilindrisch epitheel met cilia
lokalisatie buizen van Eustachius
ze lopen van de middenoorholte naar de nasopharynx en komen aan weerzijden uit de zijwanden
bekleding buis van Eustachius
- cilindrisch epitheel met cilia
- slijmbekercellen
functie buis van Eustachius
ervoor zorgen dat er een atmosferische druk heerst in de trommelholte
Reactie van de buis van Eustachius op letsel
overmatige afscheiding van slijm uit de slijmbekercellen met verlies van cilia
- het lumen van de buis verkleint
- drukevenwichtsfunctie faalt
- er heerst een te hoge druk in het middenoor
- middenoorontsteking
Waar bevindt het reukslijmvlies zich
in het dak van de neusholte = regio olfactoria
functie reukslijmvlies
waarnemen van geur- en smaakaspecten
bekleding reukslijmvlies
- pseudomeerlagig cilindrisch epitheel
- 3 celtypen: reukreceptorcellen, steuncellen, basale cellen
in de lamina propria van het reukepitheel
klieren van Bowmann
Kenmerken basale cellen
- dicht bij basaal membraan
- niet in contact met lumen
- vormen stamcellen waaruit nieuwe reukcellen ontstaan
- klein
kenmerken steuncellen
- dicht bij lumen
- in contact met basaal membraan
- ovale kernen dicht bij het lumen
- veel RER en mitochondriën
- microvilli
kenmerken reukreceptorcellen
- bipolaire neuronen
- centrale uitstulping bevat de kern
- 2 cytoplasmatische processen
Dendritisch proces van reukreceptorcellen
- tot aan oppervlak van epitheel
- eindigt als reukblaasje
- cilia