BBB - H18. De ontwikkeling van het peritoneum (p1-2.5) Flashcards

1
Q

mesotheel

A

dun, doorschijnend sereus membraan dat het peritoneum bedekt op de binnenkant van de peritoneale holte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soorten peritoneum

A
  • pariëtaal
  • visceraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pariëtaal peritoneum

A

bekleedt de buikwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

visceraal peritoneum

A

bekleedt de organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn adhaesies

A

2 nabijgelegen lagen van het peritoneum die aan elkaar kleven wanneer het mesotheel beschadigd is of verwijderd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevolg van adhaesies

A

normale beweeglijkheid van organen komt in gedrang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het heelkundig doorsnijden van adhaesies

A

adhaesiotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe worden adhaesies nog genoemd

A

briden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is ascites

A

Uitzetting van de peritoneale holte door accumulatie van sereus vocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

oorzaak van ascites

A

Onevenwicht tussen vochtsecretie en vochtresorptie door het peritoneum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij wie komen ascites voor?

A
  • Bij patiënten met metastasen.
  • Bij patiënten met gevorderde leveraandoeningen zoals levercirrose.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke organen liggen volledig retroperitoneaal?

A
  • Nieren
  • Bijnieren
  • Gonaden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is er met organen die retroperitoneaal liggen

A
  • Ze zijn retroperitoneaal ontstaan en daar gebleven.
  • Ze zijn vooraan bedekt met pariëtaal peritoneum.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is er als een orgaan secundair retroperitoneaal ligt

A

dan is die ontstaan door instulping in de peritoneale holte, maar ze zijn tegen de achterwand gedrukt en hun visceraal peritoneum is vergroeid met het pariëtaal peritoneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe zijn intraperitoneale organen verbonden met de achterwand?

A

Via een meso-dorsale waarin bloedvaten en zenuwen vanuit de extraperitoneale holte naar de organen lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het meso-dorsale

A

Dubbel vlies dat organen vasthangt aan de achterste buikwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Embryologische ontwikkeling van het maagdarmkanaal in week 4

A
  • Differentiatie van het maagdarmkanaal tot slokdarm, maag, darmen
  • Aanvankelijk bevindt het MD-kanaal zich in het tussenschot tussen linker- en rechtercoeloomholte.
18
Q

ventraal meso

A
  • blijft bestaan tot aan v. umbilicalis
  • enkel de maag en de proximale cm van het duodenum hebben een ventraal meso
19
Q

wat gebeurt er later met de v. umbilicalis

A

transformeert tot lig. teres hepatis

20
Q

er zijn 2 mogelijkheden met het dorsaal meso

A
  • intraperitoneale meso-dorsale
  • secundair retroperitoneale meso-dorsale
21
Q

welk soort dorsale meso is het meest mobiel

A

intraperitoneale dorsale meso

22
Q

wat gebeurt er tijdens de embryologische ontwikkeling van week 5-week 10

A
  • snelle lengtegroei van het MD-kanaal
  • Fysiologische navelbreuk, in week 10 retractie
  • rotaties van de darmen
  • rotaties van de maag
23
Q

wat is een fysiologische navelbreuk

A

een herniatie van een aantal darmlissen door de navel door de snelle lengtegroei van de darmen

24
Q

In welke richting roteren de darmen

A

in tegenwijzerzin

25
Q

leg de rotatie van de darmen uit

A
  • primitieve darm draait een eerste 90° rond de a mesenterica superior terwijl die gehernieert zit in de navelstreng
  • in week 10 tijdens de retractie neemt de draaiing nog toe
  • uiteindelijk is de darm 270° gedraaid in tegenwijzerzin en hebben colon ascendens en descendens hun positie in de paravertebrale goot ingenomen waardoor het colonkader is gevormd
26
Q

in welke richting roteert de maag

A

in wijzerzin

27
Q

hoeveel graden draait de maag

A

90° rond haar lengteas

28
Q

leg de rotaties van de maag uit

A
  • Oorspronkelijke achterrand draait naar links
  • oorspronkelijke voorrand draait naar recht
  • tijdens de draaien is de maag via een ventraal en dorsaal meso verbonden aan de wand van de buik, dus die meso’s draaien mee
29
Q

hoe ontstaan de curvatura major en minor

A

door ongelijke groei van de voorkant en de achterkant van de maag

30
Q

Hoe ontstaan secundair retroperitoneale organen

A

Het visceraal peritoneum van organen die tegen de achterwand liggen versmelten met het pariëtaal peritoneum van de achterwand.

31
Q

Welke organen van het maagdarmkanaal komen secundair retroperitoneaal te liggen

A
  • duodenum
  • colon ascendens en descendens
  • rectum
32
Q

Worden de secundaire retroperitoneale organen bedekt met peritoneum?

A

Ja, enkel aan de voorzijde

33
Q

Waar begint de ontwikkeling van de lever

A

In het mesoderm tussen de 2 bladen van het meso-ventrale

34
Q

Hoe is de area nuda van de lever ontstaan?

A
  • Dus de lever die begint te groeien tussen de 2 bladen van het meso-ventrale.
  • De lever wordt heel groot waardoor die de 2 bladen van het meso-ventrale uit elkaar drijft?
  • Uiteindelijk komt een deel van de lever zonder interpositie van peritoneum tegen het diafragma te liggen, dat deel wordt de area nuda genoemd.
35
Q

hoe wordt het ventrale mesogastrium verdeeld door de ontwikkeling van de lever

A
  • deel tussen voorste buikwand en lever (later lig. falciforme)
  • deel tussen lever en curvatura minor van de maag (later omentum minus)
36
Q

hoezo wordt het bovenste deel van de buikholte afgesloten

A

door verkleving van het duodenum met de achterste buikwand (want die komt secundair retroperitoneaal te liggen)

37
Q

waar ligt de bursa omentalis

A

achter het omentum minus en de maag

38
Q

Hoe wordt het omentum majus gevormd

A

Dus het mesogastrium dorsale is het meso-dorsale dat vast zit aan de curvatura major van de maag. Het mesogastrium dorsale gaat afhangen als een dubbelplooi ventraal van de onder de maag gelegen organen. Die dubbelplooi bestaat uit 4 lagen peritoneum die later met elkaar versmelten.

39
Q

hoeveel lagen heeft het omentum majus

A
  • Het is een grote schort
  • het is een vierlagig vlies met vetloges