BBB - H10. Hart en pericard (7-8) Flashcards

1
Q

Welke 2 atrioventriculaire kleppen heb je

A
  • Tricuspidalis
  • Mitralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klep in ostium atrioventriculare dextrum

A

Tricuspidalisklep/Valvula atrioventricularis dextra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel bladen heeft de tricuspidalis

A

3 (tri)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk zijn de klepbladen van de tricuspidalis

A
  • Cuspis anterior
  • Cuspis posterior
  • Cuspis septalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaraan hangen die 3 kleppen van de tricuspidalis vast

A

Anulus fibrosus dexter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Textuur van de klepbladen van de tricuspidalisklep

A
  • Atriaal: glad
  • Ventriculair: ruw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoezo is de ventriculaire oppervlakte van de klepbladen van de tricuspidalisklep ruw?

A

Aanhechting van chordae tendineae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe komt dat het infundibulum ruw is?

A

Door de trabeculae carneae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn trabeculae carneae

A

Spiertrabekels die in het lumen van de ventrikels uitpuilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heten de spierige uitsteeksels in de wand van de ventrikels

A
  • M. papillaris anterior
  • M. papillaris posterior
  • Mm. papillares septales
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de chordae tendineae

A

Peesachtige witte draden die de toppen van de papillaire spieren verbinden met de ventriculaire zijden en de randen van de 2 opeenvolgende klepbladen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt de instroombaan van de uistroombaan begrensd

A
  • Crista supraventricularis
  • Trabecula septomarginalis (moderatorband)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

moderatorband

A

trabecula septomarginalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Crista supraventricularis

A

Van interventriculair septum naar recht naar de anterolaterale wand van rechterventrikel. (Bovenste begrenzing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Trabecula septomarginalis

A

Loopt van onderste deel van het septum naar de basis van de m. papillaris anterior (onderste begrenzing).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

klep tussen rechterventrikel en truncus pulmonalis

A

pulmonalisklep/Valvula trunci pulmonales

17
Q

Hoe heet de gladwandige uitstroombaan van rechterventrikel naar truncus pulmonalis

A

conus arteriosus

18
Q

Onderdelen van de pulmonalisklep/valva trunci pulmonalis

A

3 valvulae semilunares: anterior, sinistra en dextra

19
Q

Met wat wordt de pulmonalisklep vergeleken

A

zwaluwnest

20
Q

Hoe zitten de 3 valvulae semilunaris van de pulmonalisklep vast

A

Volgens een halvemaanvormige lijn op de wand van de truncus pulmonalis

21
Q

Wat zijn de centrale knopjes op de vrije bovenrand van de valvulae semilunares van de pulmonalisklep

A

Noduli valvularium semilunarium

22
Q

Onderdelen van de valvulae semilunares van de pulmonalisklep

A
  • Noduli valvularium semilunarium
  • Lunulae valvularum semilunarium
23
Q

Wat is de sinus trunci pulmonalis

A

dilatatie in de wand van de truncus pulmonalis boven de aanhechtingslijnen van elke valvula

24
Q

Atrioventriculaire klep in de linkerventrikel

A

Mitralisklep/Valva atrioventricularis sinistra/bicuspidalisklep

25
Q

Klepbladen van de mitralisklep

A

2 onvolledig gescheiden klepbladen: cuspis anterior en -posterior

26
Q

kenmerkend aan de instroombaan van de linkerventrikel

A

Trabeculae carnae nog groter dan aan de rechterkant

27
Q

papillaire spieren van de linkerventrikel

A

2:
- m. papillaris anterior
- m. papillaris posterior

28
Q

kenmerken aan uitstroombaan linkerventrikel