BBB - H8. Heling en herstel (blad 3) Flashcards

1
Q

Opbouw collageen

A

3 afzonderlijke polypeptideketens die in een touwachtige 3 voudige helix zijn gevlochten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fibrillair collageen (types)

A

I, II, III, V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fibrillaire collageen (vorming)

A

Collageensoort die lineaire fibrillen vormt die gestabiliseerd worden door H-bruggen tussen de ketens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

niet-fibrillair collageen (types)

A

IV, IX, VII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bijdragen van niet-fibrillair collageen

A
  • Structureren basaalmembranen
  • FACIT’s
  • Verankeringsfibrillen bieden binnen het basaalmembraan onder meerlagig plaveiselepitheel
  • Veroorzaken genetische defecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

functie elastine

A

Zorgen dat weefsels kunnen terugveren en hun vorm kunnen herstellen na fysieke vervorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bouw elastine

A

centrale kern van elastine omgeven door een fibrilline netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie van proteoglycanen

A

weerstand bieden tegen compressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

structuur van proteoglycanen

A

lange polysachariden (glycosaminoglycanen) die vastzitten aan een kern-eiwit en gekoppeld aan hyaluronan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorbeelden van adhesieve glycoproteïnen

A
  • fibronectine
  • laminine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

integrines behoren tot de

A

celadhesiemoleculen (CAMs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

functie van integrines

A
  • verbinding cellen onderling
  • verbinding cellen aan ECM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fibronectine bouw

A

disulfide verbonden heterodimeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fibronectine bij het genezen van wonden

A

Bieden een scaffold voor de daaropvolgende ECM-despositie, angiogenese en re-epithelialisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar komt laminine voor

A

basaalmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly