HIS2. Bindweefsel (p5, p6) Flashcards

1
Q

peesmantel

A

dun collageen omhulsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

inwendige bekleding van de peesmantel

A

mesotheliale cellen, ze scheiden smeervloeistof af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

minerale zouten in osteoïde, belang

A
  • stijfheid
  • functionele sterkte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wie synthetiseert osteoïde

A

osteoblasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wie doet er aan boterosie

A

osteoclasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer is er een verhoogde botvernieuwing en -hermodellering bij volwassenen?

A
  • vergroting botmassa
  • herstel van een breuk
  • overactieve bijschildklieren
  • ziekte van paget
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kenmerken van geweven bot

A
  • willekeurige organisatie van collageenvezels
  • mechanisch zwak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer ontstaat er geweven bot bij volwassenen

A
  • als er zeer snel nieuw bot gevormd wordt
  • herstel van een gefractuur, dan wordt het geweven bot gemoddeleerd en dan wordt er lamellair bot afgezet
  • bij de ziekte van paget blijft geweven bot bestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kenmerken lamellair bot

A
  • regelmatige uitlijning van collageen in vellen
  • mechanisch sterk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

basisstructuur van een bot

A
  • buitenst = corticaal/compact
  • binnenste = trabecullair/sponsachtig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

corticaal bot

A
  • stijf
  • weerstaat vervorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

componenten osteoïd

A
  • collageen type I ingebed in GAG gel
  • GAG gel bevat bv osteocalcine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

osteoprogenitorcellen functies

A
  • vormen stamcellen die differentiëren tot osteoblasten of osteocyten
  • in volwassen bot zijn het botbekledingscellen/inactieve osteoblasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

lokalisatie van osteoprogenitorcellen in volwassen bot

A

dicht tegen het botoppervlak aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken van actieve osteoblasten

A
  • kubisch/veelhoekig
  • basofiel cytoplasma
  • RER
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

lokalisatie van osteoblasten

A

hechting aan botmatrix

17
Q

lokalisatie van osteocyten

A

in lacunes

18
Q

functie van osteocyten

A

signaaloverdracht naar andere cellen via de lange cytoplasmatische processen die in canaliculi lopen
=> celsignalisering

19
Q

osteocytische osteolyse

A
  • botresorptie veroorzaken tijdens de lactatie
  • serumcalciumspiegels verhogen
  • melkproductie
20
Q

kenmerken van osteoclasten

A
  • veel kernen
  • veel cytoplasma
21
Q

lokalisatie van volwassen osteoclasten

A

vastgehecht aan botoppervlak, vaak in resorptiebaaien

22
Q

welk mineraalzout in de osteoïdmatrix zorgt voor hardheid en stijfheid van het bot

A

hydroxyapatiet

23
Q

welke cellen kunnen allemaal matrixblaasjes produceren?

A
  • osteoblasten
  • ameloblasten
  • odontoblasten
  • chondrocyten
24
Q

afdichtingszone van osteoclasten

A
  • periferie van osteoclast
  • hechting van de cel aan het botoppervlak
  • actinefibrillen en actinebindende eiwitten
25
Q

gegolfde rand van osteoclasten

A
  • microvilli
  • resorptie van bot bemiddelen