CenB: ZSO23C Adrenerge farmacologie (blad 4) Flashcards

1
Q

Wat wordt er gebruikt voor de onmiddellijke behandeling van een anafylactische shock

A

adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom zou je amfetamine voorschrijven?

A
  • Narcolepsie
  • Gewichtsverlies => in combinatie met therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er gebruikt voor ADHD

A

metylfenidaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voor wat worden alfa-agonisten voorgeschreven ivm het oog

A
  • jeuk en zwelling van het bindvlies door allergie verminderen
  • a2: behandeling glaucoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan je gebruik voor acute astmatische bronchoconstrictie

A

b2-agonisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Toepassing alfa-agonisten (vasculair)

A

Samen toegediend met een lokaal anestheticum om vasoconstrictie te veroorzaken zodat het anestheticum niet te snel uit het geïnjecteerde gebied verdwijnt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoezo hebben catecholamines weinig toxiciteit voor het CZS indien ze systemische toegediend worden

A

Ze dringen niet goed in de hersenen door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

toxiciteit van fenylisopropylamines

A
  • matige dosis: nerveusiteit, anorexie, slapeloosheid
  • hogere dosis: angst, agressiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorspelbare toxiciteit van a-agonisten

A

hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorspelbare toxiciteit van b1-agonisten

A
  • sinustachycardie
  • hartritmestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorspelbare toxiciteit van b2-agonisten

A

tremoren van skeletspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

2 groepen van adrenoceptor blockers

A
  • alfa blockers
  • beta blockers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

irreversibele, lang werkende a blokker

A

fenoxybenzamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

reversibele, kort werkende a blokker

A

fentolamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

a1-selectieve en reversibele a blokker

A

prazosin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

a2-selectieve a blokker