BBB - H23. Posterior buikwand: bloedvaten en zenuwen (p1-2) Flashcards
welke 2 types zenuwen zijn er te vinden in de posterior buikwand
- somatische zenuwen (plexus lumbalis)
- viscerale/splanchnische zenuwen
somatisch ZS
controle over skeletspieren en huid
autonoom ZS
Controle over organen en klieren
waar treedt een lumbale spinale zenuw uit
uit het foramen intervertebrale, onder de wervel met hetzelfde nummer dus L1 treedt uit onder L1
verloop ventrale rami van lumbale spinale zenuwen
- lopen in de m. psoas major
- zijn verbonden met de grensstreng via rami communicantes
uit welke spinale zenuwen bestaat de plexus lumbalis
uit de ventrale rami van
- L1
- L2
- L3
- Bovenste gedeelte van L4
uit welke spinale zenuwen bestaat de truncus lumbosacralis
- onderste gedeelte van ventrale ramus van L4
- ventrale ramus van L5
Welke nervus is de ventrale ramus van T12
N. subcostalis
waar komt de n. subcostalis de buikholte binnen?
Achter het lig. arcuatum laterale (ligt over quadratus)
Bijdrage van de n. subcostalis aan de plexus lumbalis
Geeft in 50% van de gevallen een tak af aan L1.
Verloop van de n. subcostalis tov. de spieren
- over voorvlak van quadratus
- doorboort m. transversus abdominis
- loopt verder tussen TA en OIA
Welk gebied voorziet de n. subcostalis
gedeelte van de anterior buikwand tussen navel en symphysis pubica.
Waar wordt de plexus lumbalis gevormd
In de psoas major
wat gebeurt er via de witte rami communicantes
preganglionaire vezels gaan van het ruggenmerg naar de grensstreng
welke spinale zenuwen hebben witte rami communicantes
enkel L1 en L2 (van het lumbale gebied)
waarom hebben enkel L1 en L2 van de plexus lumbalis ook witte rami
Omdat de witte rami communicantes enkel gebruikt worden door sympathische preganglionaire sympathische zenuwvezels. Deze ligging enkel in de zijhoorn van T1-L2.
Wat voor soort vezels lopen door de grijze rami communicantes
- postganglionair
- afferent en efferent
welke takken zijn de belangrijkste takken van de plexus lumbalis
- N. obturatorius
- N. femoralis
waar komt de n. obturatorius tevoorschijn
aan de mediale rand van de m. psoas major
verloop van n. obturatorius in het klein bekken
lateraal van:
- iliaca interna-vaten
- ureter
wat wordt voorzien door de n. obturatorius
abductoren van de dij
waar komt de n. femoralis tevoorschijn
inferior van de crista iliaca
waar verlaat de n. femoralis het bekken
via de lacuna musculorum
wat voorziet de n. femoralis
- M. psoas major
- M. iliacus
- Extensoren van de knie
Van welke spinale zenuw zijn n. iliohypogastricus en n. ilio-inguinalis afkomstig
L1
hoe lopen de n. iliohypogastricus en n. ilio-inguinalis afkomstig
- naar beneden-lateraal
- over het voorvlak van de quadratus
voorzieningsgebied van de n. ilio-inguinalis
loopt door de uitwendige liesring en voorziet dus de huid van de liesstreek en het scrotum
Van welke spinale zenuwen is de n. genitofemoralis afkomstig
L1 en L2
waar komt de n. genitofemoralis tevoorschijn
vooraan van de psoas
de n. genitofemoralis verdeelt zich
- ramus femoralis
- ramus genitalis
voorzieningsgebied n. genitofemoralis
- ramus femoralis: femoralisdriehoek
- ramus genitalis: cremaster en scrotum (man), lig. teres uteri en labia majora (vrouw)
waaruit ontstaat de n. cutaneus femoris lateralis
dorsale divisie van L2 en L3
waar komt de n. cutaneus tevoorschijn
boven crista iliaca
voorzieningsgebied van de n. cutaneus femoralis
huid over anterolateraal aspect van de dij