Basislaboratoriumvaardigheden Flashcards

1
Q

fout op bekerglas

A

5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fout op maatkolf

A

0,08%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fout op maatcilinder

A

0,6%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fout op buret

A

0,1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fout op micropipet

A

0,1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fout op volumetrische pipet

A

0,2%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke gegevens moet je op een maatkolf schrijven

A
  • wat + concentratie
  • naam
  • datum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lineaire en harmonische verdunningsreeks

A

telkens starten vanuit de stockoplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

seriële en logaritmische verdunningsreeks

A

vertrekken vanuit de stockoplossing maar dan steeds een beetje van de vorige nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerk lineaire verdunningsreeks

A

er wordt steeds verlaagd met hetzelfde getal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kenmerk harmonische verdunningsreeks

A

er wordt steeds verlaag met opeenvolgende gehele getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerk dubbele verdunningsreeks

A

verdunningsfactor is 1/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerk decimale verdunningsreeks

A

verdunningsfactor is 1/10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1ml is …. µL

A

1000 µL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly