CenB: ZSO24B De hartspier (blad 1) Flashcards
1
Q
atrioventriculaire kleppen
A
- tricuspidalis
- mitralis
2
Q
semilunaire kleppen
A
- pulmonalis
- aorta
3
Q
Gevolgen lekkages van de kleppen
A
- Regurgitatie: terugstroom
- stenose: vernauwing
4
Q
4 fasen van de hartcyclus
A
- Instroomfase
- Isovolumetrische contractie
- Uitstroomfase
- Isovolumetrische relaxatie
5
Q
Fase 1: instroomfase
A
- AV-kleppen gaan open
- snelle vulling van de ventrikel
- tragere vulling van de ventrikel = diastase
- atriale contractie
6
Q
Fase 2: isovolumetrische contractie
A
- AV-kleppen sluiten => dus geen enkele klep is open
- contractie van de ventrikels
7
Q
Fase 3: Uitstroomfase
A
- SL-kleppen gaan open
- ventriculaire ejectie
8
Q
Fase 4: Isovolumetrische relaxatie
A
- SL-kleppen dicht
- Ventrikelspier relaxeert
9
Q
Systole
A
Samentrekking van ventrikels
10
Q
welke fasen zijn systole
A
Fase 2 en Fase 3
11
Q
Diastole
A
Relaxatie van de ventrikels
12
Q
Welke fasen zijn diastole
A
Fase 1 en 4
13
Q
Atriumfibrillen
A
Hartritmestoornis door gebrek aan gecoördineerde atriacontractie.
14
Q
Waarom is de verandering van hartdruk in het rechterhart kleiner dan in het linkerhart?
A
De rechterventrikel moet minder krachtig pompen , de linker moet het bloed door heel het lichaam pompen.