BBB - H19. Splanchnische vaten (laatste 3 blz) Flashcards

1
Q

welk deel wordt voorzien door de a. mesenterica inferior

A
  • linker-1/3 van colon transversum
  • volledig colon descendens
  • colon sigmoideum
  • deel van het rectum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oorsprong van de a. mesenterica inferior

A

3-4 cm boven de bifurcatie van de aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

takken van de a. mesenterica inferior

A
  • a. colica sinistra
  • aa. sigmoïdeae
  • a. rectalis superior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

a. colica sinistra voorziet

A
  • colon descendens
  • linkerderde colon transversum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

a. colica sinistra anastomoseert

A
  • a. colica media
  • bovenste a. sigmoidea
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aa. sigmoideae voorzien

A
  • onderste deel colon descendens
  • sigmoid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aa. sigmoideae anastomoseren met

A
  • a. colica sinistra
  • onderling
  • a. rectalis superior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

a. rectalis superior voorziet

A

bovenste deel van rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe ontstaat de a. marginalis coli (van Riolan)?

A

Door de anastomosen tussen a. ileocolica, colica dextra, colica media, colica sinistra, aa. sigmoïdeae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de a. marginalis coli (van Riolan)

A

Bijna continue arteriële lijn nabij de rand van het colon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klinisch belang van de a. marginalis (van Riolan)

A

Deze “arterie” maakt het mogelijk dat bij afsluiting van takken van/de volledige a. mesenterica inferior de bloedvoorziening van de linkerdikkedarm behouden wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar ontspringt de v. portae

A
  • achter de nek van de pancreas
  • uit het samenvloeien van de v. mesenterica superior en v. splenica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar loopt de v. portae

A
  • in de vrije rand van het omentum minus
  • loopt naar de porta hepatis achter de galweg en de a. hepatica propria
  • thv. de porta hepatis verdeelt die zich in een ramus dexter en sinister
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke venen draineert de v. portae?

A

Alle venen van het maagdarmstelsel + de venen van de pancreas en de milt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar gaat het veneus bloed heen als het aangekomen is in de lever via de v. portae

A

via de vv. hepaticae naar de VCI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fysiologische betekenis van de portale circulatie

A
  • Al het bloed dat van het maagdarmstelsel/pancreas/milt komt bevat voedingsstoffen en afvalstoffen.
  • Het bloed passeert eerst de leversinusoïden waar het bloed gezuiverd wordt en voedingsstoffen opgeslagen worden.
  • Daarna gaat het bloed via de vv. hepaticae naar de VCI
17
Q

wat zijn porta-cava-anastomosen

A

anastomosen tussen het portale veneuze systeem en het systemische veneuze systeem

18
Q

klinisch belang van porta-cava anastomosen

A

wanneer de afvoer via het portale systeem belemmerd is kan het veneuze bloed van maagdarmstelsel/pancreas/milt toch het rechterhart bereiken via alternatieve routes

19
Q

Hoezo kan het bloed dat via het portale systeem afgevoerd wordt dan langs alternatieve routes de weg vinden

A

In het porta-systeem zijn er geen kleppen aanwezig waardoor het bloed retrograad kan afvloeien via collaterale verbindingen

20
Q

leg portale hypertensie uit

A

Stijging van de druk in het porta-systeem door een blokkade. Zo’n blokkade kan het gevolg zijn van levercirrose waarbij het bindweefsel de bloedstroom tegen kan houden. Als gevolg van een verhoogde druk zal het bloed terugstromen en via porta-cava anastomosen een weg vinden naar het rechterhart.

21
Q

belangrijkste gebieden met porta-cava anastomosen

A
  • slokdarm-maag overgang
  • anorectale overgang
  • para-umbilicale regio
  • retroperitoneum
22
Q

anastomosen bij de slokdarm-maag overgang

A

anastomosen tussen oesophageale takken met oesophageale venen die uitmonden in de v. azygos
- oesophageale takken => v. gastrica sinistra
- oesophageale venen => v. azygos

23
Q

anastomosen thv. de anorectale overgang

A

anastomosen tussen de v. rectalis superior en de v. rectalis media en inferior
- v. rectalis superior => v. mesenterica inferior
- v. rectalis media => v. iliaca interna
- v. rectalis inferior => v. pudenda interna

24
Q

anastomosen thv. para-umbilicale regio

A

Para-umbilicale venen van het lig. falciforme anastomoseren met de venen van de voorste buikwand

25
Q

anastomosen in het retroperitoneum

A
  • V. splenica en linker-v. renalis
  • korte venen en venen van het colon verbinden met vv. lumbales van achterste buikwand
  • venen van area nuda in verbinding met venen van diafragma en rechter-v. thoracica interna
26
Q

wat is levercirrose

A

aandoening waarbij het leverparenchym progressief vernield wordt en wordt vervangen door fibreus weefsel

27
Q

hemorroïden

A

spataders thv. anale kanaal

28
Q

slokdarmvarices

A

spataders in het terminale gedeelte van de slokdarm

29
Q

caput medusa

A

ontstaat bij ernstige portale hypertensie, dan kunnen de para-umbilicale venen variceus raken

30
Q

hoe kan je portale hypertensie verminderen

A

porta-cava anastomosen aanleggen, dit kan overal waar de vaten van het ene systeem in de buurt lopen van vaten van het andere systeem bv. thv. foramen van Winslow