CenB: ZSO24A De skeletspier (blad 4) Flashcards
1
Q
Cross-bridge cyclus
A
- Myosinekopjes zitten vast aan actine (ATP is afwezig)
- ATP bindt aan myosinekop
- Affiniteit van myosine voor actine verlaagt dus kopje komt los van actine
- Hydrolyse van ATP
- ADP en Pi blijven aan kopje gebonden
- Myosinekop en nek kantelen, ze komen meer in lijn te staan met de staart
- Kopje bindt losjes aan actine
- Pi wordt vrijgegeven
- Myosine-ADP-complex heeft grotere affiniteit voor actine
- Power stroke: myosinenek draait rond de kop die aan actine gebonden blijft, de staart wordt meegetrokken waardoor de dikke en dunne filamenten langs elkaar schuiven
- ADP wordt vrijgegeven
2
Q
Hoe laat mysosinekop los van actine
A
binding van ATP
3
Q
Wie reguleert de cross-bridge cyclus
A
Ca2+ concentratie
4
Q
Hoeveel bindingsplaatsen voor Ca2+ bevat TnC
A
- 4
- 2 met hoge affiniteit: altijd bezet door Ca2+/Mg2+, gebonden aan TnI
- 2 plaatsen met lage affiniteit die bezet worden door Ca2+ bij hoge intracellulaire concentratie van Ca2+