BBB - H10. Hart en pericard (9-10) Flashcards

1
Q

Klepbladen van de aortaklep

A

3 semilunaire klepbladen: valvula semilunaris sinistra, -dextra, -posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderdelen van de valvulae semilunares van de aortaklep

A
  • Noduli valvularum semilunarium
  • Lunulae valvularum semilunarium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de sinus aortae

A

Uitzetting van de aortawand boven de aanhechtingslijn van de klepbladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dikte van het interventriculair septum

A

even dik als de wand van het linkerventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoezo is het interventriculair septum convex naar rechts gebogen

A

door hoge druk die na de geboorte is ontwikkeld in het linkerventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

linkerkant interventriculair septum textuur

A

glad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt het membraneuze deel van het septum interventriculare

A

Het is het fibreuze bovenste deel van het interventriculaire septum.
- Onderste deel ligt onder de tricuspidalis. (in ventrikel)
- Bovenste deel ligt boven tricuspidalis. (grenst aan Ratrium)
- Aan linkerkant grenst het aan de uitstroombaan van de linkerventrikel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de oorzaak van ventrikel septum defecten

A

Embryonale ontwikkeling van membraneus gedeelte gebeurt onafhankelijk van het musculair gedeelte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Richtlijnen om hart te tekenen op thoraxwand

A
  • Bovenrand: Lijn die onderrand van linkerribKB 2 (3 cm van ML) verbindt met de bovenrand van rechterribKB3 (2cm van ML)
  • Rechterrand: lijn die rechterribKB3 verbindt met rechterribKB6 (2 cm van ML)
    => licht convex naar rechts
  • Onderrand: lijn verbindt ondereinde van rechterrand met punt nabij midclaviculaire lijn in 5de intercostale ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ligging apex bij kinderen

A

hoger en meer lateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

apex bij pasgeborenen

A

kan gevoeld worden in 4de intercostale ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe zou je aortaklep projecteren

A

midden thv intercostale ruimte 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe zou je pulmonalisklep projecteren

A

rechtsboven aortaklep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe zou je mitralisklep projecteren

A

rechtsonder aortaklep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe zou je tricuspidalisklep projecteren

A

linksonder mitralisklep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly