CenB: ZSO24B De hartspier (blad 8) Flashcards
Hoe zijn hartmyocyten onderling verbonden?
Intercalaire schijven
Intercalaire schijven bevatten
- Desmosomen
- Gap junctions
Waar bevinden zich de T-tubuli van skeletspieren
Overgang A-I
Waar bevinden de T-tubuli van hartspieren zich
Thv. Z-schijven
Hoeveel Ca2+ moleculen binden aan TnC bij de hartspier
3
Waarom is er geen sommatie mogelijk bij hartspieren?
- Ze moeten zich volledig kunnen ontspannen tussen elke contractie.
- De contractie moet uniform verlopen.
Welke aanpassingen kunnen zorgen voor een verhoogd SV
- Verhoging van contractiliteit door verhoging van Ca2+
- Verhoogde preload
Hoezo verhoogd het SV bij een verhoogde contractiliteit
- Er blijft minder bloed achter in de ventrikel na ejectie van bloed in de aorta/a.pulmonalis.
- Lager ESV
ESPVR
End-systolic-volume relationship, het is een maat voor contractiliteit
=> Als de helling toeneemt neemt de contractiliteit toe
Wat is de preload
De uiteindelijke rek op hartspiervezels aan het einde van de diastole, hoe voller de ventrikels aan het einde van de diastole, hoe hoger de preload.
Hoe verhoogd een grotere preload het slagvolume
Een grotere preload = grotere rek = groter volume bloed in ventrikel na diastole = grotere EDV
Afterload
Hoeveel kracht het hart moet ontwikkelen tijdens de systole om de semilunaire kleppen te openen en uiteindelijk bloed te ejecteren.
Wanneer verhoogt de afterload?
- Systemische hypertensie
- Pulmonale hypertensie
- Aorta stenose
Hoe kan het slagvolume verlaagd worden?
Toename afterload
Hoe zorgt een toegenomen afterload voor een verhoogd slagvolume.
- Hoge afterload = ventrikel moet tegen een hogere druk in pompen
- Aorta-/pulmonalisklep zal eerder sluiten dus er is minder tijd om bloed uit de ventrikel te pompen.
- Er zal meer bloed in de ventrikel achterblijven => hogere ESV