CenB: ZSO9 (deel 1) Flashcards

1
Q

Naar welke kant ligt het evenwicht in een zuur-base reactie

A

Naar de kant van het zwakkere zuur en de zwakkere base

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Achterkant PSE, hoe neemt zuursterkte toe

A

naar boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

achterkant PSE, hoe neem t basensterkte toe

A

naar onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waterconstante

A

IH3O+I . IOH-I = 10^-14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verband waterconstante met zuur en base constante

A

Kw = Ka . Kb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Formule Kreactie (reactieconstante)

A

K reactie = (Ka . Kb) / Kw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pKa =

A
  • log Ka
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pKa + pKb

A

14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe groter de pK

A

des te kleiner de K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mengsel van zwak en sterk zuur, hoe wordt pH bepaald

A

door het sterk zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mengsel van zwakke en sterke base, hoe wordt pH bepaald

A

door de sterke base

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

amfotere verbindingen

A

Bevat zowel een zure als basische groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

als Ka&raquo_space; Kb bij een amfotere verbinding

A

behandelen als zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

als Ka &laquo_space;Kb bij een amfotere verbinding

A

behandelen als base

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorwaarden buffer

A
  • Zuur en base moeten zwak zijn
  • 0,1 < Cz/Cb < 10
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly