CenB: ZSO6 (deel 2) Flashcards

1
Q

onderverdeling ionische reacties op basis van het aanvallend reagens

A
  • Elektrofiel
  • Neutrofiel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorbeelden van elektrofielen

A
  • H+
  • Cl+
  • Gewoon E+ door elektronentekort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorbeelden neutrofielen

A
  • H-
  • OH-
  • H2O
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Typische reactie voor alkanen

A

radicalaire substitutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Typische reactie voor functionele groepen van klasse 0 (alkenen en alkynen)

A

Elektrofiele additie (elektrofiel want pibindingen zijn e- rijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

typische reactie voor aromaten

A

elektrofiele substitutie zodat aromaticiteit behouden kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

typische reactie voor functionele groepen uit K1

A
  • C-atoom is e- arm want gebonden aan EN atoom
  • Nucleofiele substitutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

typische reactie voor functionele groepen uit K2

A

Nucleofiele additie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Typische reactie voor functionele groepen uit K3

A

Nucleofiele substitutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lading van C in K1 verbinding

A

partieel positief door binding aan sterk EN atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken van reagens in nucleofiele substitutie

A

Geladen nucleofiel met vrij e- paar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerk van -L groep in nucleofiele substitutie

A

neemt bindings e- paar mee waardoor er een carbeniumion gevormd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 mogelijke reactiewegen van de nucleofiele substitutie

A
  • SN1
  • SN2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SN1

A
  • 2 stappen
  • eerst gaat -L groep weg dan valt nucleofiel aan
  • kan indien er goede stabilisatie is van carbeniumion dit gebeurt ook indien er sprake is van veel sterische hinder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

SN2

A
  • 1 stap
  • aanval en vertrek van -L gelijktijdig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 mogelijke reactiewegen nuleofiele eliminatiereactie

17
Q

E1

A
  • 2 stappen
  • eerst gaat -L groep eruit
  • dan wordt overgebleven substraat geneutraliseerd door een -H+
18
Q

E2

A
  • 1 stap
  • uittreden van -L en vorming van H2O indien er aangevallen wordt met OH-
19
Q

Nucleofiele additie aan de carbonylgroep in basische midden

A
  • Sterk nucleofiel
  • Rechtstreekse aanval
  • er ontstaat een - geladen O-atoom
  • protonatie voor van O- => OH te gaan
20
Q

Nucleofiele additie aan de carbonylgroep in zuur midden

A
  • Zwak nucleofiel
  • Eerst activatie door protonatie
  • vorming van postieve lading op C dmv. delokalisatie
  • aanval