BBB - H23. posterior buikwand: bloedvaten en zenuwen (p11-12) Flashcards

1
Q

aan de linkerzijde van de aorta abdominalis liggen

A
  • pars ascendens van duodenum
  • jejunumlissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anterior van de aorta abdominalis liggen

A
  • pancreas
  • v. splenica
  • linker-v. renalis
  • pars horizontalis van duodenum
  • radix mesenterii
  • peritoneum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oppervlakte anatomie aorta abdominalis

A
  • begin: midden, 2,5 cm boven planum transpyloricum
  • einde: L4, linksonder de navel maar navel is onbetrouwbaar dus je kan beter een beetje links van het midden van de lijn tussen hoogste punten van cristae iliacae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 groepen van takken van de aorta abdominalis

A
  • onpare viscerale takken/splanchnische takken
  • pare viscerale takken
  • pare pariëtale takken
  • onpare pariëtale tak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke zijn de onpare viscerale takken/splanchnische takken

A
  • truncus coeliacus
  • mesenterica superior
  • mesenterica inferior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar ontstaan de pare viscerale takken

A

laterale zijde van aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

naar waar gaan de pare viscerale takken

A
  • bijnier
  • nier
  • gonaden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke zijn de pare viscerale takken

A
  • a. renalis
  • a. suprarenalis media
  • a. testicularis/ovarica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar ontstaan de pare pariëtale takken

A

posterolaterale oppervlak van de aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke zijn de pare pariëtale takken van de aorta

A
  • aa. phrenicae inferiores
  • 4 paar aa. lumbales
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar ontspringt de a. sacralis media

A

posterior oppervlak voor bifurcatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke is de onpare pariëtale tak

A

a. sacralis mediana

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tot waar daalt de a. sacralis mediana af

A

tot L4/L5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oorsprong a. renalis

A

L1, onder mesenterica superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verloop rechter-a. renalis

A
  • achter VCI
  • achter rechter-v. renalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verloop linker-v. renalis

A

achter linker-v. renalis

17
Q

takken van de a. renalis

A
  • a. suprarenalis
  • accessoire renale arteries
18
Q

oorsprong a. suprarenalis media

A

thv mesenterica superior

19
Q

oorsprong a. testicularis/ovarica

A

onder a. renalis

20
Q

oorsprong aa. phrenicae inferiores

A

net onder hiatus aorticus (T12)

21
Q

wat bevloeien de aa. lumbales

A

spieren van posterior buikwand

22
Q

hoe contraststof toevoegen in aorta abdominalis via katheder

A

ingebracht onder het lig. inguinale in de a. femoralis, dan katheder naar gewenst niveau brengen

23
Q

er kan ook contraststof geïnjecteerd worden via rechtstreekse punctie, welk niveau

24
Q

wat is atherosclerose

A

verkalking van een arterie

25
Q

waar komt atherosclerose vaak voor

A

distaal van de aortabifurcatie in de a. iliaca communis

26
Q

symptomen atherosclerose van de a. iliaca communis

A

pijn in kuiten en heuppijn bij inspanningen

27
Q

oplossing van atherosclerose in a. iliaca communis

A

aortabifemorale bypass operatie: 2 benen (iliaca communis) aansluiten op de femorale arteries