CH3. Protonenuitwisseling in waterig midden Flashcards
1
Q
interpretatie van Ka
A
hoe groter, hoe meer producten er zijn gevormd, hoe meer protonen er zijn afgegeven
2
Q
sterke zuren
A
zuren sterker dan H3O+
3
Q
sterke basen
A
basen sterker dan OH-
4
Q
autoprotolyse
A
proton wordt getransfereerd tussen identieke moleculen
5
Q
hoe groot is Kw
A
- 10^-14
- Ka . Kb
- (H3O+) . (OH-)
6
Q
hoe groter de pKa
A
Hoe zwakker het zuur, hoe sterker de geconjugeerde base
7
Q
pKa(H3O+)
A
= -1,74; alle zuren met een lagere pKa waarde zijn sterke zuren