BBB - H26. Bekkenorganen (3-4) Flashcards

1
Q

hoe wordt de excavatio vesico-uterina gevormd

A
  • thv. de symphysis slaat het peritoneum over op het bovenvlak van de blaas
  • vanaf het bovenvlak van de blaas slaat het peritoneum om naar het corpus en de fundus van de uterus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vorming van de excavatio rectovesicalis

A

peritoneum duikt van de bovenzijde van de blaas de diepte in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat bevindt zich onder de excavatio rectovesicalis

A

inwendige genitale organen van de man:
- ampulla ductus deferens
- zaadblaasjes
- prostaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onderdelen van de blaas

A
  • trigonum vesicae
  • cervix vesicae
  • fundus vesicae
  • apex
  • corpus vesicae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

trigonum waar en wat

A
  • driehoekige zone achteraan de blaas
  • ligt in de fundus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cervix vesicae

A

overgang blaas-urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fundus vesicae

A
  • heel het posterior vlak van de blaas
  • bevat het trigonum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de blaas wordt omgeven door

A

los bindweefsel met daarin de plexus venosus vesicalis thv. de fundus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke strucuren omringen de blaas

A
  • pubisbeenderen (weerszijden)
  • m. obturatus internus (weerszijden)
  • m. levator ani (weerszijden)
  • rectum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

scheiding fundus vesicae en rectum bij de vrouw

A
  • cervix uteri
  • bovenste deel vagina
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

scheiding fundus vesicae en rectum bij de man

A
  • ampullae ductus deferentes
  • zaadblaasjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tunica mucosa

A

mucosa van de blaas die in plooien over de submucosa ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

binnenzijde van het trigonum vesicae => mucosa

A
  • geen submucosa
  • donkerdere kleur
  • geen plooien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar liggen de inmondingen van de ureters in de blaas

A

in het trigonum vesicae in de superolaterale hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe heten de inmondingen van de ureters in de blaas

A

ostium ureteris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe lopen de ureters in de blaaswand

A

schuin, inferomediaalwaarts

17
Q

tussen de ostia ureteris is een horizontaal rif, hoe noemt dat

A

plica interureterica

18
Q

waar ligt de interne opening van de urethra

A

in trigonum vesicae bij de voorste punt

19
Q

Hoe noemt de interne opening van de urethra

A

ostium urethrae internum

20
Q

bij de man is er kleine elevatie achter het ostium urethrae internum, hoe heet dat

A

uvula vesica

21
Q

bij de man is er kleine elevatie achter het ostium urethrae internum, hoe komt dat

A

middenkwab van de prostaat

22
Q

uvula vesicae

A

bij de man is er kleine elevatie achter het ostium urethrae internum

23
Q

wat is het gevolg van een gevulde blaas op de wanden van de ureter

A

gevulde blaas => druk in blaas verhoogd => wanden van de ureter worden dichtgeknepen

24
Q

uit welke spier bestaat de blaaswand

A

m. detrusor vesicae

25
Q

wat voor spier is de m. detrusor vesicae? Hoe lopen de vezels?

A
  • gladde spier
  • vezels lopen in spiralen en windingen
26
Q

vezels van de m. detrusor vesicae zijn bij de man continu met…

A

bindweefsel rond de prostaat

27
Q

vezels van de m. detrusor vesicae zijn bij de vrouw continu met…

A

spiervezels in de wand van de urethra

28
Q

heeft het ostium urethrae internus een sphincter?

A

Ja, de interne urethra-sphincter

29
Q

arteriële bloedvoorziening van de blaas

A

takken van de a. iliaca interna
- anterior-superior: aa. vesicales superiores
- a. obturatoria
- a. glutea inferior

30
Q

bij de man wordt de fundus van arterieel bloed voorzien door

A

a. vesicalis inferior

31
Q

de venen van de blaas monden uit in de

A

v. iliaca interna

32
Q

de plexus venosus vesicalis omgeeft bij de man

A
  • fundus vesicae
  • prostaat
  • ductus deferentes
  • distale delen van ureters
33
Q

de plexus venosus vesicalis omgeeft bij de vrouw

A
  • cervix vesicae
  • pelvisch deel van urethra
34
Q

de plexus venosus vesicalis draineert bij de man

A

via de v. vesicalis inferior => v. iliaca interna

35
Q

de plexus venosus vesicalis van de man heeft verbindingen met

A

plexus venosus vertebralis