CH3. De zuur-base eigenschappen van bloed Flashcards

1
Q

katabolisme

A

de afbraak van energierijke voedingsstoffen en de opname van hun energie, ze produceren een zure omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de gevolgen van een toename aan CO2?

A
  • er wordt meer H2CO3 aangemaakt
  • meer H2CO3 zorgt voor meer H+ en dus voor een verlaging van de pH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

RBC bestaan voor 60% uit

A

hemoglobine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

opbouw van een hemoglobine-eenheid

A
  • opgebouwd uit 4 polypeptideketens die elk een heemgroep dragen
  • 2 alfa-ketens bestaande uit 141 Azuren
  • 2 bèta-ketens bestaande uit 146 Azuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

opbouw heemgroep

A
  • centraal Fe2+
  • 6 bindingsplaatsen
  • 4 van de 6 bindingsplaatsen ingenomen door de heemgroep zelf
  • 5de plaats ingenomen door de R-groep van histidine
  • 6de plaats ingenomen door O2 of leeg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoeveel O2 moleculen kunnen er maximaal per hemoglobine-eenheid getransporteerd worden?

A
  • per hemoglobine-eenheid zijn er 4 heemgroepen die elk een O2-molecule kunnen dragen
  • Maximaal 4 O2-moleculen per hemoglobine-eenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stel dat ipv Fe2+ als centrum in de heemgroep een Fe3+ aanwezig is

A
  • dan wordt de positie van O2 ingenomen door H2O
  • er kan dus geen O2 gebonden worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 manieren om CO2 te vervoeren in het menselijk lichaam

A
  1. CO2 wordt vervoerd als opgelost gas
  2. 90% wordt vervoerd als koolzuur en bicarbonaat
  3. 20% wordt vervoerd als carbamaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

carbamaat-vorming

A

Reactie van CO2 met de terminale NH2-groepen van de aanwezige proteïnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Toepassing van carbamaat-vorming

A

CO2 als broeikasgas uit de atmosfeer verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe komt dat proteïnen een bufferende werking kunnen hebben

A

Door hun eindstandige NH2- en COOH-groepen en door aminozuur-zijketens met zuur-base eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

concentratie CO2 in de bicarbonaat-buffer is afhankelijk van

A

de partieeldruk CO2 in de longen en de oplosbaarheidscoëfficiënt dus: ICO2I = s.p(CO2) = 0,0301.p(CO2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

metabole acidose wat gebeurt er met het organisme

A

wordt zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oorzaak metabole acidose

A

diarree, ketoacidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

reactie van het organisme op metabole acidose

A

sneller ademen om meer CO2 te elimineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er met alles als er metabole acidose is

A

organisme is zuur => CO2 wordt geëlimineerd als reactie => pH daalt

16
Q

metabole alkalose oorzaak

A

overvloedig overgeven

17
Q

reactie van organisme op metabole alkalose

A

trager ademen = hypoventilatie

18
Q

wat gebeurt er met alles als er metabole alkalose is

A

pH is hoog => CO2 wordt opgenomen => pH daalt

19
Q

wat is de oorzaak van respiratoire acidose

A

Ademhalingsstoornissen zoals chronische bronchitis

20
Q

wat zijn de gevolgen van respiratoire acidose

A

pH verlaagt

21
Q

hoe kan het organisme respiratoire acidose compenseren?

A

Door de concentratie bicarbonaat te laten stijgen (door recuperatie uit urine) en daardoor verschuift het evenwicht naar links en zal de pH stijgen

22
Q

oorzaken van respiratoire alkalose

A

afwijkende snelle ademhaling => hyperventilatie/hysterie

23
Q

gevolg respiratoire alkalose

A

te lage pCO2 dus een te hoge pH

24
Q

Oplossing voor respiratoire alkalose

A

in en uitademen in een zakje om de pCO2 te laten stijgen en zo de pH te laten dalen

25
Q

na spierarbeid is er een overmaat van CO2 aanwezig in de weefsels, de CO2 kan opgenomen worden door de RBC, maar wat gebeurt er in die RBC met de CO2

A
  • kan aan hemoglobine binden ter vorming van carbaminohemoglobine
  • bufferwerking van bicarbonaat buffer waardoor de pH gaat verlagen en Hb dus de affiniteit voor O2 verliest en het dus zal gaan afgeven, in de longen kan het bicarbonaat dan opgenomen worden wat voor een evenwichtsverplaatsing naar links gaat zorgen
26
Q

bij proteïnen als buffer, wat is een voorwaarde opdat er efficiënt gebufferd kan worden?

A

De pKa van het geconjugeerde zuur moet minder dan 1 eenheid verschillen van de fysiologische pH