BBB - H13. Benig bekken (p1-4) Flashcards

1
Q

onderdelen van het bekken

A
  • beide heupbeenderen => ossa coxae
  • sacrum
  • coccyx
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bovenste gedeelte van het bekken dat nog tot de buikholte behoort

A

grote/valse bekken of pelvis major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onderste gedeelte van het bekken, als er in de kliniek over het bekken gesproken wordt bedoelen ze dit

A

kleine/ware bekken of pelvis minor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

grens tussen pelvis major en pelvis minor

A

apertura pelvis superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

definieer de linea terminalis

A

Het is een denkbeeldige lijn in het bekken die de overgang markeert tussen de pelvis major en -minor. (botrand van de apertura pelvis superior)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

door welke botstructuren wordt de linea terminalis gevormd

A
  • promontorium
  • pars lateralis van het sacrum
  • linea arcuata
  • eminentia iliopubica van het ilium
  • pecten ossis pubis
  • tuberculum
  • crista
  • symphysis os pubis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

heupbeen latijn

A

os coxae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

samenstellende botten van het os coxae

A
  • os ilium
  • os ischii
  • os pubis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sterk ligamentair membraan dat het foramen obturatum dicht

A

membrana obturatoria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

membrana obturatoria

A

sterk ligamentair membraan dat het foramen obturatum dicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe is het foramen obturatum omlijst?

A

door het os pubis en het os ischii
- Ramus ossis ischii
- Ramus inferior en superior van de ossis pubis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de 3 delen van het heupbeen komen samen in…

A

een Y-vormige kraakbeenachtige verbinding in het acetabulum => vooral te zien bij kinderen die -12 jaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aandeel van de 3 botten in het os coxae

A
  • os pubis: anterior 1/5de
  • os ilium: bovenste-achterste 2/5de
  • os ischii: onderste-achterste 2/5de
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de plek waar pubisbeen bij het ilium aansluit is het

A

eminentia iliopubica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de fossa iliaca verleent oorsprong aan de

A

m. iliacus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de facies sacropelvina van het mediaal gedeelte van het os ilium bestaat uit

A
  • tuberositas iliaca
  • facies auricularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

delen van het mediale oppervlak van os ilium

A
  • fossa iliaca
  • facies sacropelvina
  • linea arcuata
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke ligamenten hechten aan de tuberositas iliaca

A
  • lig. sacro-iliaca interossea
  • lig. iliolumbale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

welke spier ontspringt op de tuberositas iliaca

A

m. erector spinae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat gebeurt er bij de facies auricularis

A

dat oppervlak articuleert met zijn replica op de zijrand van het sacrum
–> vorming sacro-iliacaal gewricht

21
Q

hoe heet het laterale oppervlak van het os ilium

A

facies glutea

22
Q

in de facies glutea liggen 3 lineae gluteae

A

dat zijn aanhechtingslijnen voor de fasciakokers rond de m. gluteus maximus, medius en minus

23
Q

Delen van de crista iliaca

A

2 lippen met daartussen de linea intermedia
- Labium externum
- labium internum

24
Q

welk ligament hecht aan de SIAS

A

lig. inguinale

25
Waar ligt het hoogste punt van de crista iliaca
tussen processus spinosus van L3-L4
26
hoe is de SIAI het best palpeerbaar
heup in passieve flexie en exorotatie
27
2 delen van het os ischii
- corpus - ramus
28
voorrand corpus ossis ischii
achterste begrenzing van foramen obturatum
29
achterrand corpus ossis ischii
vormt onderkant van acetabulum
30
mediale rand corpus ossis ischii
vormt inicisura ischiadica minor en spina ischiadica
31
posterior oppervlak corpus ossis ischii
verdikt tot tuber ischiadicum
32
het lig sacrospinale zorgt voor
- incisura ischiadica major => foramen ischiadicum majus - incisura ischiadica minor => foramen ischiadicum minus
33
de corpus van de os pubis bevat welk oppervlak
facies symphysialis
34
randen corpus ossis pubis
- crista pubica die overgaat in het tuberculum pubicum - pecten
35
welke structuur ligt tegen het posterior oppervlak van de corpus ossis pubis
de blaas met interpositie van een ruimte gevuld met vet
36
ruimte tussen blaas en os pubis
spatium retropubicum/spatium praeviscale/cavum Retzii
36
Waarom worden ramus inferior ossis pubis + ramus ossis ischii soms de ischiopubische ramus genoemd
omdat de ramus inferior ossis pubis in het verlengde ligt en aaneenloopt met de ramus ossis ischii
37
pecten ossis pubis
scherpe achterrand van de ramus superior ossis pubis
38
staand
SIAS en pubis liggen in hetzelfde verticale vlak
39
bovenzijde symphysis
zelfde hoogte als coccyx
40
normale inclinatio pelvis
60-65°
41
wat is de inclinatio pelvis
de hoek waarin het bekken normaal gesproken staat ten opzichte van een horizontaal vlak
42
kanteling van het bekken in zittende houding
bekken kantelt iets naar achter: 5-10°
43
algemene kenmerken van het bekken van de man
- zwaarder gebouwd - groter gewicht - ruwere aanhechtingskenmerken voor de spieren
44
algemene kenmerken van een vrouwelijk bekken
- lichter gebouwd - hier en daar geperforeerd - gladder van oppervlak
45
sacrum van de man tov dat van de vrouw
- smaller - meer gekromd
46
Hoezo is het sacrum van de vrouw breder
heupbeenderen liggen verder uit elkaar
47
de verschillen tussen het bekken van de man en van de vrouw
- bouw - sacrum - afstand tussen tubera ischiadica is groter bij de vrouw door een grote subpubische hoek - vorm van foramen obturatum: man = rond, vrouw = ovaal - angulus subpubicus: groter bij de vrouw - afstand tussen mediale en laterale lip van de onderrand van de ischiopubische ramus: groter bij de man door grotere corpora cavernosa