HIS2. Bindweefsel (p3,p4) Flashcards

1
Q

4 hoofdcomponenten van basale membranen

A
  • collageen type IV
  • Lamininen
  • Perlecan
  • Nidogens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 hoofdfuncties van basaal membraan

A
  • celadhesie
  • diffusiebarrière
  • regulering celgroei en celproliferatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verbindingsstructuren tussen cellen en de ECM

A
  • Hemidesmosomen
  • Focale contacten
  • Lamininereceptoren
  • Niet-integrine glycoproteïnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke steuncellen ontwikkelen zich uit mesenchymale spoelvormige cellen

A
  • fibroblasten
  • myofibroblasten
  • lipoblasten
  • osteoblasten
  • chondroblasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie van fibroblasten

A
  • productie fibrocollageen weefsel
  • weerstaan schadelijke stimuli die de meeste cellen doden
  • belangrijk bij weefselherstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

componenten van fibrocollageen weefsel

A
  • collageenvezels
  • glycosaminoglycanen
  • elastische vezels
  • reticulaire vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken van los bindweefsel

A
  • dunne collageenvezels
  • random geranschikt
  • ver uit elkaar
  • bloedvaten en zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kenmerken dicht bindweefsel

A
  • brede collageenvezels
  • samenvloeiend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

specifieke functies van fibrocollageen weefsel

A
  • ondersteuning zenuwen, bloedvaten en lymfevaten
  • scheiden functionele lagen
  • mobiliteit en rekbaarheid
  • ondersteuning voor passanten en aanwezige immuuncelpopulaties
  • vezelig kapsel vormen
  • vorming fibroadipoos weefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken van myofibroblasten

A
  • bevatten contractiele eiwitten
  • contractiele functies
  • produceren collageen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functies myofibroblasten

A
  • brengen a-actinine en vimentine in gladde spieren tot expressie
  • bijdrage terugtrekken van een wond
  • krimpen van vroeg fibrocollageneus littekenweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerken chondroblasten

A
  • clusters van gevacuoliseerde cellen
  • veel glycogeen
  • veel lipiden
  • basofiel cytoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoezo hebben chondroblasten een basofiel cytoplasma

A

veel RER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken chondrocyten

A
  • individueel
  • niet heel metabolisch actief
  • kleinere kernen
  • minder cytoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

componenten kraakbeen

A
  • glycosaminoglycanen
  • collageenvezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Opbouw van hyalien KB

A
  • collageen type II
  • grondsubstantie: proteoglycanen en glycoproteïnen
17
Q

voorkomen hyalien KB

A
  • tijdelijk skelet tijdens de ontwikkeling van de foetus
  • epifysaire groeischijf
  • gewrichtsuiteinden
  • luchtwegen
  • neus
18
Q

opbouw van vezelig KB

A
  • Collageen type I en II
  • geen perichondrium
19
Q

voorkomen van vezelig KB

A
  • onderdeel van tussenwervelschijven
  • peesaanhechting aan botten
  • aanhechting ligamenten
  • meniscus
  • kaakgewricht
20
Q

opbouw van elastisch KB

A
  • collageen type II
  • elastische vezels
21
Q

Voorkomen elastisch KB

A
  • uitwendig oor
  • buis van Eustachius
  • epiglottis
  • neusvleugels
22
Q

componenten van osteoïde

A
  • collageen type I
  • chondroïtinesulfaat
  • keratansulfaat
23
Q

kenmerken wit vetweefsel

A
  • grote centrale vacuole
  • platgedrukte kern tegen de rand
24
Q

kenmerken bruin vetweefsel

A
  • aanwezig bij pasgeborenen
  • metaboliseren van vet
  • mitochondriën
  • kleine lipidevacuolen
25
Q

functie van adipocyten

A
  • energieopslag
  • reageren op hormonen om zo algemeen metabolisme te reguleren
26
Q

adipokines

A

vetweefsel verantwoordelijk voor de uitscheiding van eiwitten in het bloed

27
Q

Opbouw peesweefsel

A
  • dicht opeengepakte, longitudinaal lopende collageenvezels
  • fibrocyten
28
Q

bloedtoevoer peesweefsel

A

beperkt

29
Q

myotendineuze kruispunten

A

gebieden waar collageenvezels van spieren stevig zijn vastgemaakt aan de spiervezels van skeletspieren

30
Q

epitendium

A

buitenste, vezelachtige capsule van de pees

31
Q

functie epitendium

A

bescherming tegen wrijvingsschade