CenB: ZSO19A AP zenuw en spiercel (blad 1) Flashcards

1
Q

Initiatie van een AP

A

Depolariserende stimulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fases van een AP in een zenuw- en skeletspiercel

A
  • Rust Vm
  • depolarisatie => drempel => verdere depolarisatie
  • repolarisatie
  • na-repolarisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van wat zijn de drempelwaarde, amplitude en tijdsverloop van APs afhankelijk?

A
  • Openen en sluiten en de permeabiliteitseigenschappen van specifieke ionkanalen.
  • Intra- en extracellulaire concentraties van ionen die door de specifieke ionkanalen passeren.
  • Membraaneigenschappen: capacitantie, weerstand, geometrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is capacitantie

A

Het vermogen van een membraan om elektrische lading op te slaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

duur van APs in een zenuwaxon

A

2-4 msec => snelle signaaloverdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gegradeerde respons

A

De respons is evenredig aan de stimulusintensiteit, dus hoe groter de stroom van de stimulus, hoe groter de verandering in Vm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschil tussen een gegradeerde respons en een AP

A

Een AP heeft altijd dezelfde amplitude, ongeacht hoe sterk de stimulus is, de enige voorwaarde is dat de stimulus groot genoeg moet zijn zodat Vm de drempelwaarde overschrijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom wordt een AP een alles-of-niets

A
  • Als de drempelwaarde overschreden wordt => Alles, sws een AP en altijd met gelijke amplitude.
  • Als de drempelwaarde niet overschreden wordt => Niets, geen AP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly