HIS8. Bovenste deel spijsverteringsstelsel (blad4) Flashcards
1
Q
grote speekselklieren
A
- glandula submandibularis
- glandula parotis
- glandula sublingualis
2
Q
kleine speekselklieren
A
- mondslijmvlies
- korte afvoerbuizen
- linguale-/kleine sublinguale-/labiale-/palatinale-/tonsillaire-/buccale klieren
3
Q
lokalisatie van glandula submandibularis
A
- bilateraal, onder de onderkaak
- uitmonding naast frenulum
4
Q
kenmerken van glandula submandibularis
A
- gemengd sereus en muceus
- muceuze en sereuze componenten rond een tubulus
5
Q
lokalisatie glandula parotis
A
- bilateraal, onder en voor oorschelp
- uitmonding tegenover 2de bovenste molaar
6
Q
kenmerken glandula parotis
A
- sereus
- variabele hoeveelheid vetweefsel
7
Q
lokalisatie glandula sublingualis
A
- bilateraal, in de mondbodem naast het frenulum
- uitmonding naast het frenulum
8
Q
kenmerken glandula sublingualis
A
muceus
9
Q
5 componenten van de volwassen tand
A
- centrale pulpaholte
- dentine
- glazuur
- cement
- paradontaal ligament
10
Q
wie produceert glazuur
A
ameloblasten
11
Q
glazuur kenmerken
A
- op kroon
- hardste bestanddeel in menselijk lichaam
12
Q
wie produceert dentine
A
odontoblasten
13
Q
uitlopers van odontoblasten
A
dentinetubuli