HIS3. Bloed en bloedcellen Flashcards
Functie hematopoëtische stamcellen
Populatie van stamcellen die alle soorten bloedcellen in het lichaam vormen.
Klinisch nut hematopoëtische stamcellen
Beenmergtransplantaties
Functie beenmerg-stromale/mesenchymale stamcellen
Vorming klein deel van de stromale celpopulatie in het beenmerg, generatie bot/KB/vet/cellen die de vorming van bloed en vezelig BW ondersteunen.
Wat is de buffy coat?
dunne laag WBC in bloedstaal
Diameter van RBC
6,5-8,5 µm
Functie biconcave vorm van RBC
Maximaliseert zuurstofuitwisseling
Verklaring helderroze kleur van RBC
Hemoglobine, Hb bindt eosinekleurstof
Ultrastructurele kenmerken van RBC
Geen kern, elektronendicht cytoplasma, Hb, geen organellen, metabolisch actief
waar halen RBC hun energie?
Uit anaërobe metabolisme van glucose
Functie RBC
Zuurstof- en koolstofdioxidetransport, celmembraan ondersteunen
Welke structuur is verantwoordelijk voor het behoud van de kenmerkende biconcave vorm?
Actine- en spectrinebevattend cytoskelet
levensduur van RBC in de bloedsomloop
100-120 dagen
hoe komt het dat RBC geen lange levensduur hebben?
volwassen RBC zijn niet in staat om nieuwe enzymen te synthetiseren ter vervanging van enzymen die verloren gaan tijdens normale metabolische processen
Hoe komt het nog dat RBC geen lange levensduur hebben? 2
- afnemende efficiëntie ionenpomp mechanisme
-> cel minder vervormbaar
-> cel past niet meer door microcirculatie van de milt
-> fagocytose
Alle soorten WBC
neutrofiele granulocyten, eosinofiele granulocyten, basofiele granulocyten, lymfocyten, monocyten
functies van neutrofiele granulocyten
- fagocytische cellen
- opname + vernietiging binnendringers
- rol in vroege stadia van acute ontstekingsreactie op weefselbeschadiging
- bestanddeel van etter
Wat is neutrofilie?
stijging aantal neutrofielen in perifeer bloed, indicatie van bacteriële infectie/hartinfarct
Wat is neutropenie/agranulocytose?
verminderd aantal circulerende neutrofielen
oorzaak van neutropenie/agranulocytose
- verminderde productie neutrofielen in beenmerg
- verhoogde vernietiging van weefsel
Risico van neutropenie?
patiënt is vatbaar voor bacteriële infecties
Hoeveel lobben heeft de kern van een neutrofiel?
2-5 lobben
Hoe zijn de kernen van een neutrofiel verbonden?
Fijne strengen kernmateriaal
mate van eiwitsynthese door neutrofielen
laag => sterk gecondenseerd chromatine
3 soorten korrels van neutrofielen
- primaire/azurofiele korrels
- secundaire/specifieke korrels
- teritiaire/gelatinase korrels
inhoud primaire/azurofiele korrels
antibacteriële stoffen
aantal primaire/azurofiele korrels
neemt af naarmate de neutrofiele granulocyt ouder wordt
inhoud van secundaire/specifieke korrels
lactoferrine en proteolytische enzymen
inhoud van tertiaire/gelatinase korrels
proteolytische enzymen
functie van tertiaire/gelatinase korrels
Structurele componenten van ECM afbreken
andere structuren in neutrofielen
secretoire blaasjes, integrinen
functie van secretoire blaasjes en integrinen in neutrofielen
- apoptose bevorderen
- ontstekingsreacties bemiddelen
principe van fagocytose door neutrofielen
- Neutrofielen verlaten bloedsomloop
- N. Bewegen door het endotheel en het basismembraan
- N. reageren op chemotaxines, ze gaan naar de hoogste concentratie
- Activatie van membraanreceptoren => signaal voor degranulatie
- Neutrofielen sterven af
voorbeelden van chemotaxines
- afbraakproducten
- producten uit dode cellen
- bacterieel afgeleide polysachariden
Wat doet de inhoud van de korrels van neutrofielen?
- aangrenzend weefsel vloeibaar maken
- giftig zijn voor bacteriën
- lokale macrofagen activeren
Voor welk gedeelte van antilichamen hebben neutrofielen membraanreceptoren?
Voor het Fc-gedeelte van het antilichaam
componenten etter
dode neutrofielen, weefselvloeistof, troep
wat is een fagosoom
indringer die opgenomen is in de neutrofiele doordat de pseudopodia versmolten zijn met elkaar
hoe wordt het fagosoom vernietigd
fagosoom versmelt met de neutrofiele korrels
Levensduur van een eosinofiele granulocyt
- na productie van eosinofielen worden ze 8 dagen bewaard voordat ze in de bloedsomloop terechtkomen
- 6-12u in de bloedsomloop voor ze naar een andere locatie migreren
- op de andere locatie blijven ze 1-2 weken
Wat gebeurt er met eosinofielen na weefselmigratie?
Ze komen niet meer in de bloedsomloop terecht
aantal eosinofielen op dagelijkse basis
- maximaal ‘s ochtends
- minimaal ‘s avonds
functies van eosinofielen
- aangeboren afweer
- moduleren adaptieve immuunreacties
bij welke aandoeningen zijn eosinofielen betrokken
verhoging van het aantal eosinofielen bij bepaalde allergische aandoeningen of astma
Wat zijn mestcellen?
Cellen die in het weefsel verblijven en grote basofiele korrels bevatten.
Afkomst van mestcellen
hematopoëtische voorlopercel
voorkomen van mestcellen
in steunweefsels onder het epitheel, rond bloedvaten, langs sereuze holtes
levensduur van mestcellen
weken-maanden
kern van basofielen
S-vormige kern met 2-3 lobben
korrels van basofielen
- grof
- elektronendens
- histamine, heparine, leuktriënen
functies van basofielen
- IgE binding
- fagocytose
gelijkenissen van basofielen en mestcellen
- basofiele, cytoplasmatische korrels
- specifieke membraanreceptoren voor het Fc-segment van IgE dat wordt geproduceerd als reactie op allergenen
reactie op allergenen door basofielen/mestcellen
- exocytose van hun korrels
- histamine en andere vasoactieve mediatoren komen vrij
- Onmiddelijke overgevoeligheidsreactie
functies monocyten
- onderdeel aangeboren immuunsysteem
- monocyt-macrofaagsysteem
- bij ziekte: monocyten dringen beschadigde weefsels binnen en vormen een nieuwe populatie macrofaagcellen
in welke weefsels zitten macrofagen (3 voorbeelden)
- Küpffercellen van de lever
- Sinusbekleding van de milt en lymfeklieren
- Dendritische antigeenpresenterende cellen
3 hoofdfuncties van het monocyt-macrofaagsysteem
- fagocytose
- antigeenpresentatie
- cytokineproductie
kern van monocyten
- ingedeukt
- ovaal
- eccentrisch
cytoplasma van monocyten
vacuolair
‘korrels’ van monocyten
- lysosomen
- elektronendens
- membraangebonden
ultrastructurele kenmerken van monocyten
- Nucleolen
- RER
- mitochondriën
- microvilli
- pinocytosevesikels
kern van lymfocyten
- eivormig
- dicht chromatine
cytoplasma van lymfocyten
licht basofiel
diameter van lymfocyten
6-8 µm
levensduur van lymfocyten
2-enkele jaren
types van lymfocyten
- T-lymfocyten
- B-lymfocyten
- Natural killer cells
functie lymfocyten
immuniteit
aangeboren immuniteit
- aspecifiek
- fagocytose
verworven immuniteit
- actief: doormaken infectie/vaccinatie
- passief: injectie met serum
plasmacellen
gedifferentieerde vorm van B-lymfocyten die actief immunoglobuline synthetiseren
voorkomen plasmacellen
- steunweefsels
- gespecialiseerde lymfoïde organen
kenmerken van plasmacellen
- groot
- centrale, ronde kern
- basofiel cytoplasma
- Golgi
verklaring basofiel cytoplasma van plasmacellen
veel rRNA dat nodig is voor de aanmaak van immunoglobuline-eiwit
diameter van bloedplaatjes/trombocyten
2-4 µm
kenmerken trombocyten
- geen kern
- schijf
levensduur trombocyten
20 dagen
vorming van trombocyten
cytoplasmatische fragmentatie van megakaryocyten
ultrastructurele kenmerken van trombocyten
- mitochondriën
- microtubuli
- glycogeenkorrels
- ribosomen
functies van trombocyten
- bloedklontering
- herstel bloedvaten
- bloedverlies tegengaan
alfa granula van trombocyten
- PDGF
- Von Willebrandfactor
- Thrombospondine
delta granula van trombocyten
- Ca
- ATP
- ADP
- serotonine
lambda granula van trombocyten
lysosomale enzymen
functie delta granula van trombocyten
activering bloedplaatjes en vasoconstrictie
cell coat van trombocyten
GAG en glycoproteïnen