CenB: ZSO24B De hartspier (blad 3) Flashcards

1
Q

3 bewegingen voor het legen van de rechterventrikel

A
  • verkorting longitudinale as
  • vrije wand beweegt richting septum
  • septum wordt convex naar rechts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 bewegingen voor het legen van de linkerventrikel

A
  • Diameter van ventrikel vernauwt
  • verkorting lengte-as
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is atriacontractie nuttig?

A
  • Tachycardie: minder tijd voor ventrikelvulling
  • Bij stenose van de AV klep: grotere weerstand tegen bloedstroom naar ventrikel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ventrikel contraheert het snelst

A

Links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke atria contrahert het snelst

A

Rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoezo contraheert het rechteratria sneller

A

Omdat de SA knoop zich daar bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Volgorde sluiting AV-kleppen

A

eerst mitralis, dan tricuspidalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volgorde opening SL-kleppen

A

Pulmonalis eerst dan aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom heeft de rechterventrikel een korter periode van isovolumetrische contractie

A
  • Pulmonalis sluit later, tricuspidalis gaat sneller open
  • Er moet minder druk opgebouwd worden om de pulmonalisklep te openen door lage weerstand in longcirculatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly