CenB: ZSO23C Adrenerge farmacologie (blad 6) Flashcards
1
Q
b1-antagonisten
A
blokkers met eerste letter A-M buiten C
2
Q
niet-selectieve b-blokker
A
- nadolol
- propanolol
3
Q
Hoezo hebben sommige middelen een alfa- en b-blokkerende werking
A
Omdat ze optisch actief zijn
4
Q
cardiovasculaire bijwerkingen van b-blokkers
A
- bradycardie
- atrioventriculaire blokkade
- hartfalen
5
Q
bijwerkingen van CZS van b-blokkers
A
- sedatie
- vermoeidheid
- slaapstoornissen