BBB - H20. Het maagdarmkanaal (p1-4) Flashcards

1
Q

functie slokdarm

A

verbindt pharynx met de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beschrijf het intra-abdominale verloop van de slokdarm

A
  • De slokdarm heeft een kort intra-abdominaal verloop.
  • De slokdarm komt door het diafragma door de hiatus oesophagus thv. T10
  • Dan mond de slokdarm uit in de maag in het ostium cardiacum.
  • er bevindt zich een oesophageale sphincter in de overgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bekleding van de slokdarm

A

vooraan en zijkanten bedekt met peritoneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

functie oesophageale sphincter

A

reflux verhinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

door wat wordt de oesophageale sfincter gevormd

A

crus dextrum van het diafragma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

arteriële bloedvoorziening slokdarm

A
  • takjes van a. gastrica sinistra
  • takjes van linker-a. phrenica inferior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

veneuze retour van de slokdarm

A
  • v. azygos (gaat naar VCS)
  • v. gastrica sinistra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

belang van porta-cava shunt in het onderste gedeelte van de slokdarm

A

Bij portale hypertensie gaan de venen dilateren tot varices. Die varices kunnen barsten en bloeden in de slokdarm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

enige kans op genezing van slokdarmkanker

A

chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe metastaseert slokdarmkanker meestal

A

Tumor van het onderste gedeelte van de slokdarm metastaseert naar de nodi lymphatici gastrici, maar de kankercellen kunnen ook via de ductus thoracicus in het veneus stelsel terecht komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

andere naam voor pyrosis

A

hartbrand/heartburn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is pyrosis/hartbrand

A

zuur-brandend gevoel achter het onderste gedeelte van het sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oorzaak van pyrosis

A

regurgitatie van kleine hoeveelheden voedsel/maagvocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is dysfagie

A

slikmoeilijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Met wat kan dysfagie gepaard gaan

A

oesophageale pijn die zeer hevig kan zijn wanneer het ingeslikt voedsel een vernauwd gedeelte van de slokdarm niet kan passeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt de maag nog genoemd

A

gaster/ventriculus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welk kwadrant ligt de maag bij een liggende pt

A

linkerbovenste Q

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

in welke regio’s ligt de maag bij een liggende pt

A

delen van:
- epigastrium
- umbilicalisstreek
- linkerhypochondrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

curvatuur aan de rechterkant

A

curvatura gastrica minor

20
Q

curvatuur aan de linkerkant

A

curvatura gastrica major

21
Q

knik die de overgang tussen maaglichaam en pars pylorica aanduidt

A

incisura angularis

22
Q

wat is de incisura angularis

A

knik die de overgang tussen maaglichaam en pars pylorica aanduidt

23
Q

4 delen van de maag

A
  • pars cardiaca
  • fundus
  • corpus gastricum
  • pars pylorica
24
Q

kenmerk fundus gastricus

A
  • ligt tegen linkerdiafragmakoepel
  • meestal een luchtbel in
25
Q

antrum pyloricum

A

wijd proximaal gedeelte van de pylorus

26
Q

canalis pyloricus

A

nauw distaal gedeelte

27
Q

ostium pyloricum

A

lumen van de pylorus, hier is de overgang maag-duodenum

28
Q

pylorus-sphincter

A

circulaire spierlaag

29
Q

ontledigingsbewegingen van pylorus

A
  • normaal is die altijd gesloten (in tonische contractie)
  • anders gaat die ritmisch om de 15-20s open om leeg te maken
30
Q

oppervlakteanatomie ostium cardiacum

A
  • achter linker-ribKB7
  • thv. T10/T11
31
Q

oppervlakteanatomie van de fundus van de maag

A
  • achter linker-ribKB 5
  • in de midclaviculaire lijn
32
Q

oppervlakteanatomie van de pylorus

A
  • in transpylorisch vlak
  • niveau varieert van L1-L3 => liggend
  • rechtopstaand varieert het niveau van L2-L4
33
Q

waar is de maag niet bedekt met peritoneum

A
  • op de plekken waar de BV de curvaturen volgen
  • klein gebied achter ostium cardiacum
34
Q

voorvlak van de maag ligt in contact met

A
  • diafragma thv. de fundus
  • linkerlob van de lever
  • anterior buikwand
35
Q

de achterkant van de maag ligt in contact met (het bed van de maag dus)

A
  • achterwand van de bursa omentalis
  • diafragma
  • milt
  • linkerbijnier
  • lichaam en staart van de panccreas
  • colon transversum
36
Q

maagbreuk

A

herniatie van de maag

37
Q

oorzaak maaghernia

A

veel hogere druk in de buikholte

38
Q

een maaghernia komt vaak voor bij oudere mensen, wat is bij hun de oorzaak?

A

verslapping van de spiervezels van de hiatus oesophagus van het diafragma, dan ontstaat er een hiatus hernia

39
Q

2 soorten hiatus-hernia

A
  • Sliding-hernia
  • Para-oesophageale hernia (gliding)
40
Q

sliding hernia

A

gastro-oesophageale overgang glijdt via de hiatus oesophageus in de thoraxholte wanneer de patient neerligt/vooroverbuigt

41
Q

wat kan een klinisch teken zijn van een sliding hernia

A

regurgitatie van de maaginhoud in de slokdarm

42
Q

para-oesophageale hernia

A
  • Slokdarm-maag overgang blijft op zijn plaats
  • gedeelte van de fundus hernieert door hiatus oesophageus
43
Q

is er regurgatie van de maaginhoud bij para-oesophageale hernia

A

meestal niet => geen pyrosis

44
Q

Stel dat iemand met een para-oesophageale hernia ernstige pijnen die aan maagperforatie/myocardinfarct doen denken heeft

A

dan zal de maagwand met inhoud mogelijk ingeklemd geraakt zijn, de pijnen verdwijnen wanneer de maag terugglijdt

45
Q

bezenuwing van abdominaal gedeelte van de slokdarm

A
  • trunci vagales
  • thoracale sympathicusketen
  • nn. splanchnici majores
  • zenuwvezels rond de bloedvaten
46
Q

dus kankercellen van slokdarmkanker kunnen via de ductus thoracicus in het veneuze systeem terechtkomen, hoezo?

A

De ductus thoracicus transporteert de lymfe naar de linker-v. subclavia