HIS1. Epithelen Flashcards
zitten er bloedvaten in epithelen
nee, ze verkrijgen voedingsstoffen via diffusie vanuit haarvaten in het bindweefsel
voorkomen éénlagig plaveiselepitheel
gebieden waar transport via diffusie plaatsvindt
voorkomen meerlagig plaveiselepitheel
gebieden waar veel slijtage voorkomt
voorkomen cilindrische epithelen
associatie met absorptie en secretie
overgangsepitheel synoniem
urotheel
overgangsepitheel voorkomen
bekleding van de urinewegen
overgangsepitheel kenmerken
- variatie tussen kubisch en plaveiselepitheel
- aanwezigheid van paraplucellen
functies van occludens verbinding/tight junction
- diffusie van moleculen tussen aaneengrenzende cellen voorkomen
- laterale migratie van gespecialiseerde celmembraaneiwitten voorkomen
- terugdiffusie voorkomen bij actief transport
uitvoering occludens verbinding/tight junction
claudines en occludines
waar zijn tight junctions goed ontwikkeld?
in de dunne darm
Hechtingsstructuren in verband met het actinenetwerk
- adherens
- focale contacten
adherens verbinding
actinefilamentnetwerk tussen aaneengrenzende cellen verbinden
focale contacten
actinefilament netwerk met de ECM verbinden
hechtingsstructuren in verband met de intermediaire filamenten
- desmosomen
- hemidesmosomen
desmosomen
intermediaire filamentnetwerk van aaneengrenzende cellen met elkaar verbinden
functie desmosomen
zorgen voor mechanische stabiliteit in epitheelcellen die onderhevig zijn aan trek- en schuifspanningen
hemidesmosomen
intermediaire filamentnetwerk van cellen met de ECM verbinden
functie van communicatieverbindingen/gap junctions
selectieve diffusie van moleculen tussen aaneengrenzende cellen toelaten => directe cel-celcommunicatie vergemakkelijken
kenmerken gap junctions
kanalen waarvan de randen opgebouwd zijn uit eiwitten
componenten basaal membraan
- collageen type IV
- glycoproteïnen
functies basaal membraan
- epitheel aan het onderliggende weefsel hechten
- barrière
- polariteit van epitheelcellen organiseren
voorkomen microvilli
meest ontwikkeld in absorberende cellen
- niertubuluscellen
- dunnedarmepitheel
opbouw van microvilli
- bundel actinefilamenten vormen een kern door elke villus
- actinebundel is verankerd aan de actinecortex van de cel
stereocilia
lange vormen van microvilli
voorkomen stereocilia
op epitheelcellen die epidiymis bekleden
nut microvilli en stereocilia
oppervlaktevergroting
beschrijving basolaterale plooien
diepe invaginaties van het basale/laterale oppervlak van cellen
voorkomen basolaterale plooien
duidelijk in cellen die betrokken zijn bij vloeistof- of ionentransport
- niertubulaire cellen
- kanalen van veel secretoire klieren
nut basolaterale plooien
oppervlaktevergroting
beschrijving membraanplaques
stijve gebieden van het apicale celmembraan
voorkomen membraanplaques
urotheel
functie membraanplaques
- vouwen in cel wanneer de blaas leeg is
- ontvouwen zich als blaas vol is
functie kinocilia
- vloeistof verplaatsen over het oppervlak van een cel
- celmotiliteit
opbouw kinocilia
- parallelle microtubuli
- 9 doubletten omgeven een centraal doublet van microtubulli
voorkomen van kinocilia
- epitheel langs luchtwegen: mucus over celoppervlak verplaatsen
- epitheel dat eileiders bekleed: eicellen naar baarmoeder transporteren
- ependymcellen
- flagellum van spermatozoa
glycocalyx
coating oppervlak van epitheel
kenmerken van sereuze klieren
- goed ontwikkeld RER
- duidelijke plariteit
- Golgi
kenmerken van muceuze klieren
- goed ontwikkeld basaal RER
- Golgi
- secretoire blaasjes van mucine aan celtop
muceuze klieren in oppervlakte-epitheel
slijmbekercellen
kenmerken steroïd-secreterende klieren
- SER
- vrije lipiden in vacuolen
- mitochondriën met buisvormige cristae
kenmerken van ion pompende klieren
- gevouwen membraan => gestreept
- mitochondriën dicht bij membraanplooien
- tight junctions tussen de cellen
merocrien/eccrien
secretie door exocytose van de apex naar het lumen
apocrien
afknijpen van apicaal cytoplasma dat celproduct bevat
holocrien
de hele cel die celproduct bevat knijpt af
endocrien
secretie naar de bloedbaan
functie van desmosomen en hemidesmosomen
- schuifkrachten verhinderen
- epitheel laten fungeren als mechanische barrière
keratinisatie
cytoskelet van oppervlaktecellen van het epitheel worden samen met andere eiwitten sterk gecondenseerd tot een veerkrachtige massa
resultaat van keratinisatie
celdood, vorming keratineplaten die ondoordringbaar zijn
basale membranen zijn geassocieerd met…
- epitheelcellen
- spiercellen
- Schwann-cellen
componenten van het basaal membraan (uitg)
- collageen type IV
- Lamininen
- Perlecan
- Nidogens
functie collageen type I in basaal membraan
mechanische stabiliteit
functie lamininen in basaal membraan
extracellulair verbindingsmolecuul tussen cellen en ECM
functie perlecan in basaal membraan
proteoglycaan dat interageert met groeifactoren
functie nidogens in basaal membraan
binden met lamininen en integrinen
verschillende lamina van basaal membraan
- lamina lucida
- lamina densa
- fibroreticulaire lamina
3 hoofdfuncties van basaal membraan
- celadhesie
- diffusiebarrière
- regulering celgroei en -proliferatie
epitheel van de epidermis
meerlagig gekeratiniseerd plaveiselepitheel
basale laag
stratum basale/germinativum
prikkelcellaag
stratum spinosum
granulaire laag
stratum granulosum
keratinelaag
stratum corneum
basale cellen van keratiniserend plaveiselepitheel zijn via …. en …. verankerd aan het basale membraan
desmosomen en hemidesmosomen
hoe staan prikkelcellen in contact met elkaar
via desmosomen
kenmerken granulaire keratinocyten
- keratohyaline materiaal
- tonofibrillen
- weinig cytoplasma
belangrijkste eiwit in keratohyaline korrels
profilaffrine
functie profilaffrine
verwerkt tot filaggrine dat een essentieel onderdeel is van de barrièrefunctie van de epidermis
wat zijn rete ridges
uitgroiingen van de epidermis naar de dermis
niet-keratiniserende epidermale cellen
- melanocyten
- cellen van Langerhans
- Merkelcellen
Functies melanine
- verantwoordelijk voor huidskleur
- weefselschade door UV-straling minimaliseren
functie cellen van Langerhans
- antigeen herkennen
- antigeenpresentatie aan lymfocyten
Wat zijn merkelcellen
sensorische receptoren
talgklieren
holocrien
zweetklieren
eccrien
eccriene zweetklieren buitenste laag
myoepitheliale cellen