CenB: ZSO24A De skeletspier (blad 3) Flashcards
Ruggengraat van dunne filamenten
F-actine: dubbele helixstructuur
eiwitten geassocieerd met F-actine
- Tropomyosine
- Troponine-complex
Tropomyosine
Eiwitketen (2 strengen rond elkaar gedraaid) gewikkeld rond F-actine
Componenten troponine-complex
- Troponine T
- Troponine C
- Troponine I
Functie TnT
Bindt aan 1 tropomyosinemolecule
functie TnC
Bindt aan Ca2+
functie TnI
- Inhibitie van de contractie
- bindt aan plek waar myosinekopjes moeten binden aan actine
Met hoeveel moleculen tropomyosine interageert elk troponinecomplex?
1, het tropomyosinemolecuul interageert op zijn beurt met 7 actine monomeren
Uit wat bestaan de dikke filamenten
Myosine II
Opbouw Myosine II
- 2 identieke heterotrimeren
Opbouw 1 heterotrimeer van myosine II
- 1 zware keten (MHC)
- 2 lichte ketens (MLC)
Welke 2 myosine lichte ketens
- 1 essentiële MLC (MLC-1)
- 1 regulerende MLC (MLC-2)
Dus in totaal heeft myosine II hoeveel MLC en MHC?
- 4 MLC
- 2 MHC
Regio’s MHC
- kop: N-terminaal
- nek
- staart: C-terminaal
Opbouw staart MHC
2 MHCs van myosine II zijn rond elkaar gewikkeld
Waar zijn de MLC gebonden aan MHC
- Aan de hals regio
- Essentiele tegen kop
- regulerende aan staartkant
Hoe beïnvloedt Ca2+ de interactie tussen actine en een myosinekopje
- Ca2+ intracellulair stijgt
- Ca2+ bindt aan TnC
- Conformatieverandering: TnT haalt tropomyosine en TnI uit de weg
- Myosine kan aan actine binden
Waar bevindt Tintine zich
- Langs de dikke filamenten tot aan de M-schijf
- zit vast aan de Z-schijf
Nebuline functie
regulatie lengte van de dunne filamenten