CenB: ZSO23C Adrenerge farmacologie Flashcards

1
Q

Welke is de primaire neurotransmitter bij synapsen tussen sympathisch postganglionaire neuronen en effectorcellen

A

noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dopamine in renale bloedvaten

A

vaatverwijdende transmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noradrenaline in renale bloedvaten

A

vasoconstrictor transmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stappen synthese en opslag van dopamine en noradrenaline

A
  • Tyrosine wordt over celmembraan getransporteerd
  • Tyrosine wordt gehydroxyleerd door tyrosine hydroxylase. Product = DOPA
  • Decarboxylatie van DOPA => dopamine
  • Transport van dopamine in een vesikel via VMAT
  • In vesikel: hydroxylase van dopamine => noradrenaline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie katalyseert de omzetting van tyrosine naar DOPA

A

tyrosine hydroxylase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie inhibeert de omzetting van tyrosine naar DOPA

A

metyrosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

VMAT

A

Vesiculaire monoamine transporter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

inhibitie van het transport van dopamine in een vesikel via VMAT

A

Reserpine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MAO

A

Monoamine oxidase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Effect MAO

A

inactiveert een deel van de dopamine en noradrenaline in het cytoplasma. Hierdoor kan er minder noradrenalin opgenomen worden en vrijgezet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kan de afgifte van noradrenaline en dopamine geïnhibeerd worden door botulinum toxine

A

nee, het kan niet in het zenuwuiteinde getransporteerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

beëindiging werking noradrenaline en dopamine

A
  • Diffusie weg van de synaps
  • Heropname door NET/DAT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

NET

A

noradrenaline transporter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DAT

A

dopamine transpoter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Inhibitie werking van NET

A

Cocaïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat gebeurt er met transmitters die wegdiffunderen van de synaptische spleet

A

Ze kunnen gemetaboliseerd worden door MAO en COMT.

17
Q

Welke stof kan de afgifte van noradrenaline en dopamine inhiberen

A

guanethidine

18
Q

Wat voor soort receptoren zijn adrenerge receptoren

A

Metabotroop

19
Q

G-eiwit a1

20
Q

G-eiwit a2

21
Q

G-eiwit b1, b2, b3

22
Q

functie a1

A
  • Ca2+ concentratie verhogen
  • contractie
  • secretie
23
Q

functie a2

A
  • transmittervrijgave verminderen
  • contractie
24
Q

functie b1

A
  • verhoogde hartslag
  • verhoogde hartkracht
  • verhoogde vrijgave van renine
25
Q

functie b3

A

verhoging lipolyse

26
Q

functie b2

A
  • relaxatie gladde spier
  • verhoging glycogenese
  • verhoging hartslag