CenB: ZSO24A De skeletspier (blad 6 en 7) Flashcards

1
Q

Passieve spanning

A

Spanning veroorzaakt door uitrekken van de spier, de spanning voor spiercontractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

actieve spanning

A
  • interactie tussen actine en myosine
  • ATP voor nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoezo is er maar een kleine actieve spanning als de spier korter is dan 70% van zijn normale rustlengte

A

Te grote overlap tussen dunne en dikke filamenten. Myosinefilamenten botsen dan tegen de Z-schijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer heb je een maximum van de actieve spanning

A

Bij optimale overlap van actine en myosinefilamenten. Dan kunnen net alle myosinekopjes aan actine binden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verloop lengte-spanningsdiagram

A
  • Initieel: Bij een toenemende lengte neemt de actieve spanning toe
  • Maximum: optimale lengte
  • Na maximum: bij toenemende lengte neemt de actieve spanning af omdat er uiteindelijk geen interactie meer mogelijk is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkelde spanning tussen opeenvolgende spiertwitches bij lage stimulatiefrequenties

A

altijd terug daling naar rustniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Temporele sommatie

A
  • Contractieduur (spanning) van een spier is langer dan een AP.
  • Het is dus mogelijk om een 2de AP te initiëren voor de 1ste contractie volledig verdwenen is.
  • Het 2de AP wekt een nieuwe spiertwitch op die zich optelt bij de resterende spanning van de eerste.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

spiertwitch

A

kortdurende samentrekking van een spiervezel als reactie op 1 AP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Frequentiesommatie

A

Hoe dichter de APs na elkaar komen, hoe groter de ophoping van spanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tetanus

A

Als frequentie van opeenvolging van APs hoog genoeg is komen individuele twitches zo dicht na elkaar en smelten ze samen. De individuele twitches zijn niet meer van elkaar te onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ontstaat tetanus

A

Als de APs zo dicht na elkaar komen is er geen tijd meer voor Ca2+ om terug opgenomen te worden in het SR om zo de intracellulaire Ca2+ concentratie te verlagen om tot rust te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Spatiale sommatie

A

Activatie van meerdere motorische eenheden op hetzelfde moment, dus meerdere motorische eenheden ontvangen tegelijkertijd een AP. Er wordt een grotere spanning gegenereerd omdat meerdere spiervezels gelijktijdig samentrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Motorneuronpool

A

Groep van alle motorneuronen die 1 spier innerveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly