CenB: adrenerge receptoren buiten het CZS (werking) Flashcards

1
Q

a1 R in vasculaire gladde spieren

A

contractie, dus hogere vasculaire weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

a1 in pupilverwijder spier

A

contractie => myadriase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

a1 in gladde spier van pilomotor

A

contractie => haren gaan recht staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

a1 in trigonum van blaas en gladde spieren van de prostaat

A

contractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

a2 in adrenerge en cholinerge zenuwuiteinden

A

vrijgave van transmitters inhiberen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

a2 in bloedplaatjes

A

aggregatie stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

a2 in vasculaire gladde spieren

A

contractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

a2 in adipocyten

A

lipolyse inhiberen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

a2 in bèta cellen van de pancreas

A

vrijgave van insuline inhiberen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

b1 cellen in het hart

A

hartslag en -kracht stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

b1 in junxtaglumerulaire cellen van de nieren

A

vrijgave van renine stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

b2 in gladde spieren van luchtwegen, baarmoeder en BV

A

relaxatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

b2 in lever

A

glycogenolyse stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

b2 in bèta cellen van pancreas

A

insuline vrijgave stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

b2 in zenuwuiteinden van somatische motorneuronen

A

tremor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

b2 in het hart

A

hartslag en -kracht stimuleren

17
Q

b3 in adipocyten

A

lipolyse stimuleren

18
Q

D1 in renale en splanchnische vaten

A

dilatatie => minder weerstand

19
Q

D2 op zenuwuiteinden

A

adenylyl cyclase inhiberen