CenB: adrenerge receptoren buiten het CZS (lokalisatie) Flashcards
1
Q
vasculaire gladde spieren
A
a1
2
Q
dilator spier van de pupil
A
a1
3
Q
gladde spier van pilomotor
A
a1
4
Q
trigonum van blaas en gladde spier van prostaat
A
a1
5
Q
adrenerge en cholinerge zenuwuiteinden
A
a2
6
Q
Bloedplaatjes
A
a2
7
Q
enkele vasculaire gladde spieren
A
a2
8
Q
adipocyten
A
a2, b3
9
Q
bèta cellen in pancreas
A
a2, b2
10
Q
juxtaglomerulaire cellen van de nieren
A
b1
11
Q
gladde spieren van de luchtwegen, baarmoeder en BV
A
b2
12
Q
lever
A
b2
13
Q
zenuwuiteinden van somatische motorneuronen
A
b2
14
Q
hart
A
b1 en b2
15
Q
renale en splanchnische vaten
A
D1
16
Q
zenuwuiteinden
A
D2