HIS8. Bovenste deel spijsverteringsstelsel (blad2) Flashcards

1
Q

bekleding buitenoppervlak van de lippen

A
  • behaarde huid
  • talgklieren
  • eccriene zweetkanalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

overgangszone tussen buitenoppervlak en het vochtige binnenoppervlak van de lippen (naam)

A

vermiljoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bekleding buitenoppervlak lippen

A
  • niet-keratiniserend meerlagig plaveiselepitheel
  • rete ridges
  • papillen die bloedvaten bevatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoezo zijn de lippen roze?

A

omdat er bloedvaten in de papillen lopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bekleding binnenoppervlak lippen

A
  • niet-keratiniserend meerlagig plaveiselepitheel
  • speekselweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke klieren aan hoeken van de mond

A

talgklieren/fordyce-vlekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

spieren in de diepere delen rond de mondopening

A

bundels dwarsgestreepte spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie van de spieren in de diepere delen rond de mondopening

A

openen en sluiten van de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bekleding van de wangen

A

dik, niet-gekeratiniseerd plaveiselepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in welke gebieden komt er welk keratinisatie voor in de wangen

A

gebieden waar chronische wrijving voorkomt
- niet passend kunstgebied
- bijten op wangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

submucosa van wangen

A

speekselklieren/buccale klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

spieren in diepere delen van de wangen

A

skeletspieren => wangspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 soorten gehemelte

A

hard en zacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hard gehemelte

A

palatum durum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zacht gehemelte

A

palatum molle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bekleding van het gehemelte

A

niet-gekeratiniseerd, meerlagig plaveiselepitheel en palatinale speekselklieren

17
Q

hard gehemelte kenmerken

A
  • ortokeratotische verhoorning
  • prominent papillenpartoon
  • palatinale, muceuze speekselklieren
  • submucose stevig verbonden aan periost
18
Q

zacht gehemelte kenmerken

A
  • niet gekeratiniseerd
  • parakeratose
  • beweeglijk over de onderlaag
  • palatinale muceuze speekselklieren
19
Q

bekleding mondbodem

A
  • dun
  • niet-verhoornend meerlagig plaveiselepitheel
  • speekselklieren
20
Q

bekleding ventraal oppervlak van de tong

A
  • dun
  • niet gekeratiniseerd
  • niet-verhoornend
  • meerlagig plaveiselepitheel
21
Q

bekleding dorsale oppervlak van de tong

A
  • dik
  • gekeratiniseerd
  • meerlagig plaveiselepitheel
  • papillen
22
Q

2 hoofdzones van het oppervlak van de tong

A
  • voorste 2/3
  • achterse 1/3
23
Q

door wat zijn de 2 hoofzones van het bovenoppervlak van de tong gescheiden

A

een V-vormige lijn van circumvallatae papillen

23
Q

voorste 2/3

A
  • corpus
  • papillen
  • oppervlakkige keratinelaag
23
Q

achterste 1/3

A
  • Radix
  • glad
  • kleine verhevenheden
  • aggregaten van MALT
  • crypten