BBB - H21. Pancreas, lever, galwegen en milt (p9-12) Flashcards

1
Q

functies van de lever

A
  • ontvangt veneus van het maagdarmkanaal via de v. portae
  • metabole activiteiten
  • opslagplaats voor glycogeen
  • galsecretie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe is heel het galgebeuren eigenlijk, want wordt dat niet gemaakt door de galblaas?

A
  • Gal wordt in de lever geproduceerd
  • Gal afkomstig van de lever wordt via de ductus hepaticus en ductus cysticus in de galblaas opgeslagen.
  • In de galblaas wordt het gal geconcentreerd door de absorptie van water.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voor wat wordt het gal geproduceerd door de lever en geconcentreerd door de galblaas gebruikt?

A

voor de vertering van vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er als een vetrijke maaltijd het duodenum bereikt

A
  • cholecystokinine wordt vrijgezet
  • galblaas contraheert
  • inhoud van galblaas komt in het duodenum terecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

is gal geproduceerd in de lever en gal dat geconcentreerd wordt in de galblaas hetzelfde

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De positie van de lever is afhankelijk van

A
  • beweging diafragma
  • algemene lichaamsbouw
  • lichaamspositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

staand reikt de lever…dan zittend

A

lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoogste punt van de lever

A

achter rechterrib 5, juist onder de tepel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lage kwetsuren van de thoraxwand kunnen..

A

aanleiding geven tot levertrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

scheuren van de lever

A
  • ernstige bloedingen door sterke vascularisatie en zachte consistentie
  • hechten is niet gemakkelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 oppervlakken van de lever

A
  • Facies diaphragmatica
  • Facies visceralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke recessus ligt tussen diafragma en lever

A

recessus subphrenici

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bedekking facies diaphragmatica van de lever

A

Bedekt met peritoneum, maar niet thv. de area nuda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke structuren zijn te vinden op de facies visceralis van de lever

A
  • porta hepatis
  • fissura ligamenti teretis
  • fissura ligamenti venosi
  • fossa viscae biliaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bedekking van de facies visceralis van de lever

A

peritoneum, maar niet thv. de porta hepatis en de galblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

naar waar kunnen leverabcessen zich uitbreiden

A
  • Ze kunnen via het diafragma in de thoraxholte openbreken
  • zodoende kunnen longaandoeningen zich ook naar de lever uitbreiden
17
Q

anatomische verdeling van de leverlobben

A

linker- en rechterleverlob worden van elkaar gescheiden door het lig. falciforme

18
Q

Functionele verdeling van de leverlobben

A

lijn door galblaasbed en de sulcus voor de vena cava

19
Q

wat heeft elke lob bij de functionele verdeling

A
  • eigen arteriële en veneuze bloedvoorziening
  • eigen galafvoer
20
Q

begrenzing van de rechterlob

A
  • visceraal: lijn door galblaasbed en sulcus venae cavae
  • diaphragmatisch: lijn tussen galblaasfundus en VCI
21
Q

Ligging lobus caudatus

A

tussen fissura lig. venosi en sulcus venae cavae

22
Q

de lobus caudatus behoort functioneel tot de

A

rechter en linker lob

23
Q

ligging van de lobus quadratus

A

galblaasbed en fissura lig. teretis

24
Q

lobus quadratus behoort functioneel tot de

25
Q

begrenzing linkerlob

A
  • visceraal: fissura lig. teretis en fissura lig. venosi
  • diaphragmatisch: lig. falciforme
26
Q

is een lobectomie van de lever mogelijk zonder veel bloedverlies

A

ja, er zijn geen anastomosen tussen ramus dexter en -sinister van de arteria hepatica propria, ook niet tussen de leverarterie en taken van de galwegen en vertakkingen van de v. portae

27
Q

peritoneale bekleding van de lever

A
  • zo goed als volledig bedekt met peritoneum
  • de area nuda niet
28
Q

wie begrenst de area nuda

A

het lig. coronarium hepatis

29
Q

hoe ontstaan het lig. coronarium

A

doordat 2 bladen van het lig. falciforme uiteenwijken en afzonderlijk van leverbovenvlak naar het diafragma omslaan

30
Q

wat is de lijn van Cantlie

A

denkbeeldige lijn die galblaasfundus met VCI verbindt

31
Q

het peritoneum rond de porta hepatis slaat om naar

A
  • curvatura minor
  • pars superior van het duodenum
32
Q

welke peritoneale reflectielijn is continu met het omentum minus

A

lig. triangulare sinistrum