EMB2. De embryonale ontwikkeling - week 2 Flashcards
1
Q
trofoblast is gedifferentieerd in 2 lagen, welke?
A
- synctiotrofoblast
- cytotrofoblast
2
Q
synctiotrofoblast
A
- buitenste
- vele kernen zonder celgrenzen
3
Q
cytotrofoblast
A
- binnenste
- vormt later placenta
4
Q
cellen van embryoblast verdelen in 2 lagen
A
- epiblast
- hypoblast
5
Q
epiblast
A
- Naar syncytiotrofoblast toe
- blauw
6
Q
hypoblast
A
- naar blastocoel toe
- geel
7
Q
amnioblasten
A
- scheiden zich af van de epiblast
- vorming amnionholte
8
Q
syncytiotrofoblast tijdens innestelling
A
vorming lacunes door het ontstaan van kleine holtes die met elkaar versmelten
9
Q
cellen afkomstig van hypoblast
A
- bekleden de blastocoel
- membraan van Heuser/membrana exocoelomica
- vorming dooierzak/lecithocoel
10
Q
vorming extra-embryonaal mesoderm
A
- door primitieve groeve migreren cellen die een laag vormen onder de cytotrofoblast
- extra-embryonaal coeloom ontstaat door holtes die ontstaan en versmelten in het extra-embryonaal mesoderm
11
Q
extra-embryonale somatopleura
A
extra-embryonale mesodermcellen tegen de trofoblast
12
Q
extra-embryonale splanchnopleura
A
extra-embryonale mesodermcellen tegen de dooierzak