CenB: ZSO23C Adrenerge farmacologie (blad 2) Flashcards
welke receptoren kan adrenaline activeren
alle adrenerge receptor types
Op welke receptoren heeft dopamine een effect
- dopamine receptoren
- gemiddelde dosis: b
- hoge dosis: a
effect cocaïne en bepaalde anti-depressiva
NET en DAT inhiberen => dus de heropname van catecholamines inhiberen
amfetamines eigenschap
resistent tegen MAO, het zijn meestal ook geen catecholamines dus ze zijn ook resistent tegen COMT
Basis werkingsmechanisme van a1
Gq-eiwit => Fosfolipase C pathway
Basis werkingsmechanisme van b
Gs-eiwit => stimulatie adenylylcyclase
gevolg toename van cAMP in neuronen en gladde spiercellen
vasodilatatie (daling intracellulaire Ca2+ => relaxatie)
Effecten van catecholamines op het CZS
Dringen het CZS niet gemakkelijk binnen
Welke sympathomimetica kunnen het CZS wel binnendringen?
- Cocaïne
- Amfetamines
Gevolg herhaalde blootstelling aan amfetamines
- tolerantie
- afhankelijkheid
vb. a2 selectieve agonist
clonidine
binding van een agonist aan een a2 receptor op het presynaptisch zenuwuiteinde, gevolg
inhibitie afgifte noradrenaline
Effect clonidine indien chronisch toegediend
- Ze gaan makkelijker in het CZS opgenomen worden.
- Verminderde sympathische outflow door binding aan a2-receptoren
- Bloeddruk daalt
vb. a-agonist
fenylefrine
effecten van a-agonisten op het oog
- contractie
- myadriase