Laatste dingen 1A2 her Flashcards

1
Q

Activatie cholinerge sympathische huidvezels zorgt voor …

A

Vasodilatatie –> zweten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Activatie adrenerge sympathische huidvezels zorgt voor …

A

Vasoconstrictie (via a-1 receptor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij koorts vorming van …

A

Prostaglandine E2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pericard bestaat uit …

A

Fibreuze en seureuze pericard (pariëtaal en visceraal blad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Systole bestaat uit …

A

Isovolumetrische contractiefase en ejectiefase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diastole bestaat uit …

A

Isovolumetrische relaxatiefase en ventriculaire vullingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Impulsen sinusknoop doorgegeven via …

A

Gap junctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Depolarisatie door …

A

Na+ cel in, K+ poorten dicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Repolarisatie door …

A

K+ cel uit, Na+ poorten dicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hyperpolarisatie

A

Door K+ cel uit, maar poorten sluiten te langzaam, Na+ poorten dicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Biconcave vorm erytrocyten voor …

A

Makkelijke gasuitwisseling en makkelijk transport door capillairen heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bloedgroep 0 heeft …

A

Antistoffen tegen A en B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functie dendritische C

A

Stimulatie T-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eosinofiele granulocyten killen …

A

Parasieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Neutrofiele granylocyten killen …

A

Bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

T lymfocyten killen …

A

Virussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bloed als bindweefsel

A

Cellen, vezels, tussenstof en weefselvloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Externe intercostaal spieren zorgen voor …

A

inademing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Interne intercostaal spieren zorgen voor …

A

Uitademing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ruimte onderkant longen gevormd door visceraal en pariëtaal blad pleura

A

Recessus costadiaphragmaticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Ventilatie

A

Uitwisselen/ verversen van lucht in de longblaasjes/ alveolaire ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Diffusie

A

Uitwisseling van gassen O2 en CO2 tussen lucht in de alveolaire ruimte en de arteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Transport

A

Verplaatsen van O2 en CO2 in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Perfusie

A

Doorbloeding van het longweefsel en organen met opgeloste gassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Ademhalingscentra in …

A

Pons en medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Tunica intima bestaat vooral uit …

A

Endotheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Tunica media bestaat vooral uit …

A

Gladde spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Tunica adventitia bestaat vooral uit …

A

Bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Als de diameter halveert wordt de vloeistof stroom …

A

16 keer zo klein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Systemen vaattonus regulatie

A

Hart, nieren, arterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Diameter omhoog, flow en bloeddruk …

A

x4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Alpha adrenerge receptor zorgt voor …

A

Restrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Bèta adrenerge receptor zorgt voor …

A

Relaxatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

M3-receptor zorgt voor

A

Dilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Noradrenaline zorgt voor … via …

A

Dilatatie via alpha adrenerge receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Acetylcholine zorgt voor … via …

A

Relaxatie via M3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Calcium verhoging in endotheel zorgt voor …

A

Calcium verlaging in spiercel –> relaxatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Renine zorgt voor …

A

Verhoging calcium in gladde spiercel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Uit het endocardkussen en de endocardrichels ontstaan …

A

Het hartskelet en de AV- en SA-kleppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Primair reteroperitoneaal

A

Aorta en nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Secundair reteroperitoneaal

A

Duodenum, colon ascendens en descendens en pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Intraperitoneaal

A

Maag, lever, milt, caecum en appendix, colon transversum en sigmoideum, ileum, jejenum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Corticale nefronen plaats

A

Hoog in de schors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Juxtamedulaire nefronen plaats

A

Grens schors en merg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Hormonen nier

A

EPO –> aanmaak rode bloedcellen
renine –> angiotensine - aldosterone –> bloeddruk reguleren
1 alpha hydroxylase –> vit. D3, calcium huishouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Verschil dikke darm en dunne darm. Dikke darm heeft …

A

Appendix epiploica, tenie lipa (lengte spieren), hausta (lobben) en appendix vermiformis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Transport apicale zijde darmkanaal

A

Tegen gradiënt naar binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Transport basale zijde darmkanaal

A

Met gradiënt mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Probiotica bescherming door …

A

Bicarbonaat produceren, ammoniak aanmaak en naar buiten pompen zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Maagzuurremmende medicatie

A

Vagotomie –> inactieveerde Kalium H+ pomp
Cimetidine en ranitidine –> remmen histamine
Omeprazol –> remt protonpomp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Beste manier van motivatie

A

Onregelmatig belonen

52
Q

Complicatie

A

Ongewenst resultaat

53
Q

(bijna) - incident

A

Ongewenst resultaat door fouten in proces

54
Q

(bijna) - calamiteit

A

Ernstig ongewenst resultaat met (mogelijke) relatie tot kwaliteit geleverde zorg

55
Q

Multiunit

A

Heel precies individuele cellen besturen voor fijne bewegingen

56
Q

Unitary

A

Geven contractie door aan een gap junction –> grovere bewegingen, vooral in spijsverteringskanaal

57
Q

Dunne darm motoriek berust op …

A

Pendelbewegingen

58
Q

Gevolg sterk vermageren

A

Wandelende nier

59
Q

In de cortex zitten de …

A

Glomeruli van de nephronen

60
Q

In het merg zitten de

A

Pyramides renalis

61
Q

Zwellichamen penis

A

2x corpus cavernosum penis
1x corpus spongiosum penis

62
Q

Viagra

A

Blokkeert PDE-5, voorkomt hiermee afbraak cGMP, waardoor Calcium laag blijft in de gladde spiercellen –> spier blijft ontspannen –> penis blijft stijf

63
Q

3 delen van het ejaculaat

A

Zaadvloeistof van vesicula seminalis, prostaat vloeistof en zaad uit testes

64
Q

3 manieren koelen/verwaren zaad in testes

A

Wand scrotum samentrekken (dit houdt dan warmte vast)
M. cremaster –> trekt testicels naar lichaam toe en ervan af
Plexus pompiniformis: koelt aanvoerend bloed af

65
Q

Op het Y-chromosoom ligt …

A

SRY

66
Q

SRY zet …

A

SOX9 aan wat zorgt voor testes vorming

67
Q

Hieruit ontstaan mannelijke geslachtsorganen

A

Gang van Wolf

68
Q

Hieruit ontstaan vrouwelijke geslachtsorganen

A

Gang van Muller

69
Q

Gang van muller ten gronde door …

A

Aanmaak hormonen in testis

70
Q

… zorgen samen voor indaling testes

A

ILF3 en dan DHT

71
Q

Prisoners dilemma

A

Gezamelijk belang vs individueel belang

72
Q

This for that

A

Ik vertrouw je totdat je het tegendeel bewijst

73
Q

Win, stay, lose, shift

A

Doen wat je doet als het winst oplevert en pas veranderen als het dat niet meer doet

74
Q

Nulhypothese

A

Geen effect: 0

75
Q

Primaire preventie

A

Risico’s voorkomen of vermidneren

76
Q

Secundaire preventei

A

Ziekte nog niet opgespoort, maar wel al hiernaar handelen

77
Q

Tertiare preventie

A

Ziekte vastgesteld, nu prognose beïnvloeden, ongunstige uitkomsten voorkomen

78
Q

Ziekte verandert in 3 opzichten

A

Mensen hebben andere ziekten
Mensen hebben andere ideeën over ziekten
Ziekten hebben andere sociale/maatschappelijke betekenissen

79
Q

N. phrenicus loopt … van longhilus

A

Ventraal/anterior

80
Q

Eenheid vaatweerstand

A

mmHg/(ml.s-1)

81
Q

Sympathicus zorgt voor vaat…

A

Constrictie

82
Q

… zorgt in hoge concentratie voor basofiel gekleurd cytoplasma

A

RNA

83
Q

… komt voort uit dooierzak venen

A

v. portae

84
Q

Perifere thermosensoren

A

Gevoelig daling omgevingstemperatuur en binden zich in o.a. huid

85
Q

… ontstaat uit allantois

A

Plica umilicalis mediana

86
Q

… parietale vertakking aorta

A

A. lumbalis

87
Q

Formule IEP

A

0,5*(pKa1 + pKa2) = …, hierbij is netto lading 0

88
Q

ADH afgegeven door …

A

Hypothalamus

89
Q

Sterk osmotische gradiënt in nier opgebouwd door …

A

Lus van Henle van juxtamedullaire nefron

90
Q

Randomisatie

A

Even grote kans controle of experimentele groep

91
Q

Cross-secrioneel onderzoek

A

Op één tijdstip één situatie/aspect observeren

92
Q

Kans test - en ziekte - uitgedrukt in …

A

Negatief voorspellende waarde

93
Q

Illness

A

Subjectieve beleving ziek zijn (ervaring patiënt)

94
Q

Disease

A

Objectieve beleving ziek zijn (pathologisch)

95
Q

Sickness

A

Rol die de ziekte in de samenleving krijgt/ waar de samenleving naar handelt

96
Q

Perifere chemosensoren hebben …

A

Kortere latentieperiode

97
Q

Warmte sensoren werking in huid

A

Vuren harder bij 30-45 graden in huid

98
Q

Bij een infectie zijn …

A

Lymfocyten veel aanwezig

99
Q

Embyo en feut bloedcellen uit …

A

Lever

100
Q

Slow waves in …

A

Maag, darm en duodenum

101
Q

Aftakking van truncus coeliacus

A

A. gastrica sinistra

102
Q

Haustra

A

Structuren gevormd t.g.v. insnoeringen colon

103
Q

Nervus betrokken erectie penis

A

N. cavernosum

104
Q

Uiting mutatie 46XY

A

externegenitaal volledig vrouwelijk

105
Q

Formule SD

A

Wortel n*(up-low) / 3,92

106
Q

Type 1 fout

A

Vals positief

107
Q

Type 2 fout

A

Vals negatief

108
Q

Prevalentie

A

Verhouding mensen dat ziek is/ mensen die ziek hadden kunnen worden

109
Q

Attack rate

A

Deel van een risicogroep dat ziekte oploopt tijdens een bepaalde periode

110
Q

Kenmerk retrospectieve cohort studie

A

Uitkomst nog niet bekend

111
Q

Kenmerk cohort studie

A

Langere tijd volgen, achteraf resultaten bekijken

112
Q

Migratie primordiale geslachtsorganen naar gonaden … geslachtsdifferentiatie

A

Voor

113
Q

Urether loopt … langs ductus deferens en a. uterina

A

Caudaal

114
Q

Berekenen gemiddelde arteriole druk

A

(2x diastole + 1x systole): 3

115
Q

Aftakking van a. hepatica communis

A

Arteria gastrica dextra

116
Q

T-lymfocyten ontwikkelen in … thymus

A

Buitenste rand

117
Q

PH maag

A

2

118
Q

pH dunne darm

A

7

119
Q

Hoeveel papillair spieren en waar zitten ze

A

5: 2 LinkerV en 3 RechterV

120
Q

Berekenen intervallen

A

gem +- z* wortel steekproefvariatie/ wortel groepsgrootte
Bijv. 110 +- 1,96* wortel 144 / wortel 100

121
Q

Testisdeterminatie door …

A

SOX9, FGF9 en SRY

122
Q

ovariumdeternatie door …

A

WNT

123
Q

degeneratie gang van muller door …

A

AMH

124
Q

vorming zaadleider door …

A

testosteron

125
Q

vorming penis door …

A

dihydrotestosteron