1B3 week 14 college 10

Question 1

Peritoneaal dialyse

Answer 1

Buikspoeling

Question 2

Semipermeabel membraan

Answer 2

De poriegrootte van het membraan bepaald wat wel en niet erdoor heen kan.

Question 3

Diffusie

Answer 3

Verplaatsing van deeltjes in een ruimte met een hoge concentratie naar een ruimte met een lage concentratie

Question 4

Osmose

Answer 4

Water stroomt naar de ruimte met de hoogste concentratie deeltjes

Question 5

Ultrafiltraat met convectie

Answer 5

Watertransport op basis van drukverschil

Question 6

Fistel tussen de …

Answer 6

a. radialis en v. cephalica evt. a brachialis aan v. chephalica

Question 7

PTFE shunt

Answer 7

Vaatprothese, die je kunt vastnaaien op een arterie en ader.

Question 8

Katheter voor aanprikken in de …

Answer 8

Vena subclavia (meer kans op trombose), v. jugularis of v. femoralis

Question 9

Kunstnier bestaat uit …

Answer 9

Vezels met poriën

Question 10

Gevolgen patiënt dialyse

Answer 10

Vochtbeperking (500-750 ml); eiwit, Na+, K+ en fosfaat beperking; bloeddrukverlagende medicatie; fosfaatbinders; vitamine B-C-D; bloedverdunners en erytopoëtine

Question 11

Het dialysaat bevat …

Answer 11

Bicarbonaat

Question 12

Peritoneaal katheters

Answer 12

10 cm boven navel en in de ruimte achter het rectum

Question 13

Filter peritoneale dialyse

Answer 13

Het viscerale en pariëtale blad van de darmen. Per diffusie en osmose onttrekken van afvalstoffen

Question 14

APD

Answer 14

Apparaat dat ‘s nachts via de buik de spoelingen uitvoert