1B1 week 3 college 7 Flashcards

1
Q

Voor een thoraxfoto maak je een…

A

PA (posterieur-anterieur) en lateraal foto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

PA-opname

A

Persoon staat met borst tegen de fotografische plaat, de röntgenbuis staat achter patiënt (betere afbeelding van de longen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Laterale opname

A

Patiënt staat met zijn linkerzijde tegen de fotografische plaat aan (hart wordt vergroot afgebeeld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AP bed-thorax

A

Hart zal groter afgebeeld worden (afstand met plaat is groter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Contrastvloeistof bij CT

A

Om afbeeldingen van organen te maken. Bevat Jood wat röntgenstraling absorbeert en wit kleurt op de CT scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Straling bij thoraxfoto

A

0,01 mSv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Straling bij CT thorax

A

5 mSv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Straling bij CT hart

A

3 mSv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MRI werking

A

Met een homogeen elektrisch veld dat altijd aanstaat. Door het magnetisch veld gaan waterstofatomen tollen. Wanneer deze weer terug gaan tollen, wordt dit geregistreerd en kan er een beeld gevormd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met echografie meet je

A

Weefsel overgangen. En met de Doppler techniek de bloedstroom beoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly