1C2 week 6 college 2 Flashcards

1
Q

5 niveaus van lichaamssamenstelling

A

Atoomniveau, moleculair niveau, celniveau, weefselniveau, gehele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lichaamsgewicht vooral bepaald door …

A

Zuurstof, koolstof, waterstof, stikstof en calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Moleculair niveau bestaat uit …

A

Eiwitten, koolhydraten, mineralen, vetten, water etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BMI berekenen

A

gewicht / lengte*lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Model body composition 1

A

Onderscheid tussen vrije vetmassa (niet-essentieel vet + opslagvet) en lean body mass (weefsel met essentieel vet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Model body composition 2

A

Onderscheid tussen vetmassa (inclusief essentieel vet) + vetvrije massa (overig weefsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vetvrije massa bestaat uit …

A

Water, glycogeen en eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Niet-essentieel vet opgeslagen in de vorm van

A

Triglyceriden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veranderingen tijdens ouder worden

A

Mensen worden kleiner
vetverdeling anders
aandeel lichaamsvet neemt toe met leeftijd spiermassa en kracht neemt af
relatief hoge intake door minder eten (maar nog minder bewegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vetopslag in lichaam

A

Subcutaan
Intermusculair
Intramusculair
In de buikholte
In de borstholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Meetmethodes voor lichaamssamenstelling

A

Huidplooidiktemeting
Lichaamsomtrek meting op verschillende plaatsen
Bio-elektrische impedantie analyse (BIA)
Beeldvorming (CT, MRI en DEXA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Huidplooidiktemeting

A

Meten totale hoeveelheid vet in lichaam
Meerderheid vet zit subcutaan
Test geeft geen info over visceraal vet en vaak meet fouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Lichaamsomtrek meting op verschillende plaatsen

A

WHR, neemt toe bij ouder worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoge WHR …

A

Relatief meer insulineresistentie, een neiging tot hogere bloeddruk en hogere cholesterolspiegels, hogere kans op HVZ en meer kans om over korte of lange termijn te sterven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eigenschappen vetcellen in buik

A

Zijn insulineresistent
Geven meer vrije vetzuren en cytokines af na stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eigenschappen vetcellen rond de dijen

A

Insuline sensitief en minder gevoelig voor stoffen die vet kunnen vrij maken zoals adrenaline en glucagon, hierdoor minder vrije vetzuren in bloed aanwezig

17
Q

Bio-elektrische impedantie analyse (BIA)

A

elektrode op vinger, pols en voet
vetmassa, lucht en bod hogere weerstand en geleiden minder goed
hoe groter vetmassa, des te hoger geleidingsvermogen van het lichaam

18
Q

FM berekenen

A

Lichaamsgewicht - FFM

19
Q

Welke soort vet slechter

A

Visceraal vet

20
Q

CT en MRI

A

Berekenen van de intra-abdominale (visceraal) hoeveelheid vet

21
Q

DEXA

A

Meten van de absolute hoeveelheid vet in elk lichaamssegment, geen onderscheid subcutaam en abdominaal vet en erg duur