1C2 week 8 college 1

Question 1

Doel behandeling DM

Answer 1

Normaliseren van bloedsuikerspiegel en daardoor behandelen van symptomen
Voorkomen van chronische complicaties van DM
Voorkomen hyper en hypoglycemieën
Zorgen dat iemand een zo normaal mogelijk leven kan leiden

Question 2

Mogelijkheden behandelen D<

Answer 2

Dieet
Voldoende lichamelijke activiteit
Tabletten
Injecties

Question 3

Behandeling DM dieet

Answer 3

Standaard gezond dieet zoals iedereen
Bij voorkeur: weinig suiker, veel langzaam resorbeerbare koolhydraten (lage GI), veel voedingsvezels, weinig vet

Question 4

Behandeling DM voldoende lichamelijke activiteit

Answer 4

Goed voor metabolisme, reduceert progressie van type 2, verhoogd insulinegevoeligheid

Question 5

Behandeling tabletten DM

Answer 5

Bij type 2
Metformine, sulphonylureum derivaten, meglitinide, thiazolidinediones, DPP-4 remmers

Question 6

Metformine

Answer 6

Acitveert het enzym AMP-kinase, dat betrokken is bij het energiemetabolisme van de cel
Reduceert de gluconeogenese en daarmee glucose output lever en verhoogt insulinegevoeligheid
Insuline sensitizer (veroorzaakt geen hypo en geen toename gewicht –> vooral nuttig eerste stap obesitas)

Question 7

Sulphonylureum derivaten

Answer 7

Insuline secretagoguen
zetten Eilandjes van Langerhans aan
Stimuleren bètacel afgifte insuline
ENKEL GEVEN AAN MENSEN DIE INSULINE AANMAKEN
Heeft lage halfwaardetijd en dus lange werking

Question 8

Meglitinide

Answer 8

Insuline secretagogue
Stimuleert afgifte van insuline door sluiten kalium afhankelijke ATP-kanalen
Werkt kort en is duur

Question 9

Thiazolidinediones

Answer 9

Maken het lichaam insuline gevoeliger en verbeteren de werking van insuline
Verminderen insulineresistentie
Stimuleren peroxisome proliferator-activated receptor gamma
Verminderen glucose productie in de lever en verbeteren perifere glucoseopname

Question 10

DDP-4 remmers

Answer 10

Versterken werking van endogeen GLP-1
Hebben matig glucose verlagend effect
Best effectief vroege fase type 2

Question 11

Behandeling injecties DM

Answer 11

Insuline-injectie
GLP-1 injectie
Kortwerkende humane insuline
Kortwerkende insuline analogen
NPH-insuline
Langwerkende insuline analogen

Question 12

GLP-1 injectie

Answer 12

Niet aan type 1
GLP antagonisten:
* Stimuleren de insuline afgifte
* Remmen de glucagon release
* Verminderen de eetlust en maagontlediging snelheid en daarmee de stijging van de glucosespiegel na een maaltijd
* Stimuleren gewichtsverlies

Question 13

Kortwerkende humane insuline

Answer 13

 Snel van subcutane depot naar bloed (vervoer)
 In bloed halfwaardetijd 6-9 min
 Wordt gebruikt als
* Insuline voor een maaltijd moet worden gespoten
* Insuline intraveneus moet worden gespoten
* Iemand een insulinepomp heeft
 Absorptie vertraagd omdat humane insuline in een oplossing hexameren vormt en gaat klonteren
 Piek 2-4 uur na injectie
 Effect 5-8 uur aan

Question 14

Kortwerkende insuline analogen

Answer 14

 Vallen na subcutane injectie veel sneller uiteen en worden sneller opgenomen in het bloed
* Aspart en lispro
o Werking houdt minder lang aan
o Middel werkt na 15 min
o 2-4 uur aanhouden

Question 15

NPH-insuline (middellangwerkende insuline)

Answer 15

 Humaan insuline waarvan de werking is verlengd door aan het insuline molecuul zink of NPH toe te voegen
 Insuline piek na 4-12 uur
 Werkt 18-24 uur

Question 16

Langwerkende insuline analogen

Answer 16

 Insuline detemir en glargine
 Geven een mindere piek en hun werking houdt veel langer aan
 Slaat neer bij de pH van subcutis rond de 7, daarom houdt de werking langer aan

Question 17

Conventionele insuline behandeling

Answer 17

Tweemaal daags een injectie met insuline mengsel

Question 18

Intensieve insulinetherapie

Answer 18

één injectie met langwerking en drie met korte werking voor elke maaltijd

Question 19

Indicaties insulinebehandeling bij DM

Answer 19

• Bij presentatie met diabetische ketoacidose
• Als het C-peptide < 1 ng/ml (0,3 nmol/L) is
• Als frequentie nuchter bloedglucose > 12 mmol/L is
• Als na een bepaalde tijd niet het doel-HbA1c bereikt wordt bij maximale dosis tabletten
• Bij patiënten met recidiverende infecties
• Bij patiënten in het ziekenhuis voor operatie of ernstige ziekte

Question 20

Behandeling DM type 1

Answer 20

Altijd dieet
Altijd insuline

Question 21

Voordeel insuline in buikvet

Answer 21

Sneller opgenomen, want betere doorbloeding