1A1 week 4 college 7 en 8

Question 1

Chemische signaaltransductie

Answer 1

Endocrien, paracrien, autocrien en contact-afhankelijke signaaltransductie

Question 2

Typen receptoren

Answer 2

Cell-surface receptors en intracellulaire receptors

Question 3

Werking cell-surface receptors

Answer 3

Binding hormoon aan buitenkant cel aan eigenreceptor. Signaal doorgegeven aan eiwit in de cel

Question 4

Werking intracellulaire receptor

Answer 4

Kernreceptoren. Hormoon de cel in via passief transport of via eiwitten die helpen

Question 5

Dimerisatiedomein

Answer 5

Heeft een partner nodig om een effect uit te kunnen oefenen

Question 6

Co-activatoren

Answer 6

Versterken signaal

Question 7

Co-repressors

Answer 7

Remmen signaal

Question 8

Transmembraan domein

Answer 8

Receptor zit in het membraan verankerd

Question 9

Transductie domein

Answer 9

Zit aan de binnenkant van de cel en geeft het signaal door

Question 10

Soorten membraanreceptoren

Answer 10

Ionkanalen, G-eiwit gekoppelde receptoren, enzym gekoppende receptoren

Question 11

Werking second messenger

Answer 11

Geactiveerde second messenger kan interactie aangaan met eiwitten of moleculen die in de cel klaarliggen

Question 12

Werking G-eiwit gekoppeld receptor

Answer 12

Vorming pocket waar het hormoon aan bindt. Werken snel

Question 13

Subunits G-eiwit

Answer 13

alfa-subunit en bèta-subunit

Question 14

Functie bèta adrenerge

Answer 14

Activatie Gas (G-stimulatie)

Question 15

Functie alfa-2-adrenerge

Answer 15

Activatie Gai (G-inhibitie) –> cAMP daling

Question 16

Functie alfa-1-adrenerge

Answer 16

Met Gaq activatie van fosfolipase –> stijging van Ca2+ en productie DAG

Question 17

Opbouw motorische eenheid

Answer 17

Één motorneuron met geïnnerveerde spiervezels

Question 18

Functie docked vesicles

Answer 18

Verkleinen diffusieafstand met caliumkanalen

Question 19

Gevolg actiepotentiaal in spiervezel

Answer 19

Verhoging van de [Ca+] –> contractie

Question 20

Subsystemen autonome zenuwstelsel

Answer 20

Parasympatisch, (ortho)sympatisch, plexus entericus

Question 21

Functie parasympatische zenuwstelsel

Answer 21

Rust

Question 22

Functie (ortho)sympatische zenuwstelsel

Answer 22

Vechten of vluchten

Question 23

Functie plexus entericus

Answer 23

Directe innervatie van de darmen

Question 24

Soorten andrenerge receptoren

Answer 24

a1-receptor, a2-receptor, b1-receptor, b2-receptor

Question 25

Invloed a1-recepor

Answer 25

Op bloedvaten

Question 26

Invloed a2-receptor

Answer 26

Op zenuweinden

Question 27

Invloed b1-receptor

Answer 27

In het hart

Question 28

Invloed b2-receptor

Answer 28

In de longen