1B3 week 15 college 2 Flashcards
Hartfalen
Syndroom waarbij sprake is van symptomen en klinische tekenen die het gevolg zijn van disfunctie van het hart
Symptomen hartfalen
Vermoeidheid, verminderde inspanningstollerantie, dyspneu, orthopneu, hartkloppingen, nachtelijk hoesten, verwardheid, verminderde eetlust/ misselijkheid en erectiele dysfunctie bij mannen
Klinische tekenen hartfalen
Tachycardie, crepitaties of wheezing, oedeem, ascites (oedeem in buik), verhoogde centrale veneuze druk, hepatomegalie (vergrote lever), ene verplaatste apex, cachexie (extreme magerheid) en afname van spiermassa
Ejectiefase
((EDV-ESV)/(EDV*100%) Normaal >50%
Oorzaken dysfunctie hart
Primair hartspier probleem (bijv. na myocardinfarct)
Overbelasting van hartspier (bijv. door drukbelasting, volumebelasting of ritmestoornissen)
Instroombelemmering (klepstenose of constrictieve pericarditis)
Oorzaken van hartfalen
Coronairlijden, hypertensie, cardiomyopathie etc.
Pathofysiologie van hartfalen
Te lage cardiac output –> compensatiemechanismen in werking –> toch abnormale cardiac output –> hartfalen
Manieren compenseren te lage cardiac output
Activatie sympathicus, stijgen preload, verlagen afterload, activatie RAAS systeem
Acuut hartfalen
Ontstaat in korte tijd, weinig tijd voor de compensatiemethode om in werking te treden
Chronisch hartfalen
Tijd om te compenseren, klachten verergeren pas bij plotse verergering van hartfalen door bijv. infectie
Remodelling
Structurele verandering als gevolg van compensatiemechanismen
Typen hartfalen
Systolische dysfunctie (HFREF) en diastolische dysfunctie (HFPEF)
Systolische dysfunctie (HFREF)
Afgenomen contractie, verlaagde ejectiefractie en symptomen en tekenen van hartfalen aanwezig
Diastolische dysfunctie (HFPEF)
Vullingsprobleem, ejectiefase blijft goed, cardiac output te laag en symptomen en teken van hartfalen aanwezig
Uitlokkende factoren bij disfunctie die zorgen voor acuut hartfalen
Ritmestoornissen, koorts, overmatig zout- waterinname, anemie, zwangerschap, overmatige alcoholinname, hyperthyreoïdie en perifere arterioveneuze shunts