1B3 week 16 college 5 Flashcards
1
Q
Effect angiotensine II
A
Efferente tonus aanspannen, zodat de GFR op peil blijft ondanks de lage bloeddruk
1
Q
Effect angiotensine II
A
Efferente tonus aanspannen, zodat de GFR op peil blijft ondanks de lage bloeddruk
2
Q
Ritmestoornis behandelen met …
A
Kalium
3
Q
ACE-remmers effect
A
Verlagen de efferente vaattonus in de nier en daarmee de GFR, NSAID’s verhogen de afferente vaattonus en verlagen daarmee de GFR
4
Q
Effect diuretica
A
Afgenomen effectief circulerend volume waardoor nierfalen kan ontstaan