1B2 week 8 college 5 Flashcards
Functie cortex bij blaas
Maakt het mogelijk om plas bewust op te houden, speelt een rol bij de timing van de mictie.
Meer dan …. mL urine dat achter blijf in de blaas is niet normaal
10-15 mL
Beroerte boven het pontine mictiecentrum
Patiënt krijgt problemen met de timing van de mictie –> ongeremde overactieve blaas. De patiënt voelt veel vaker de aandrang om te plassen
Laesie tussen enerzijds het sacrale mictiecentrum en anderzijds het pontine mictiecentrum en decortex
Patiënt heeft problemen met de timing van de mictie en de blaas is overactief. Daarnaast detrusor-sphincter-syssnergie. De m. detrusor wordt dikker en sterker doordat de urethrale sphincter niet goed relaxeert.
Laesie tussen sacrale mictiecentrum, de blaas, bekkenbodem en sfhincter
De blaas ontwikkelt onvoldoende druk als de blaas geleegd moet worden. Ook is de urethrale sfincter niet goed aangespannen op het moment dat er niet geplast hoeft te worden. –> zwakke blaas en slappe sphincter
Uroflowmetrie
Geeft informatie over de flow van de urinelozing. Onderzoek waarbij via katheters de druk in de blaas en het abdomen worden gemeten
Nierstuwing
Urine stroomt moeilijker van de nieren naar de blaas en urine blijft in de nieren staan
Noradrenaline en blaas
Belangrijk voor sensibele informatie vanuit de blaas
Acetylcholine en blaas
De belangrijkste neurotransmitter wat de motorische blaas innervatie betreft
Receptoren op de blaasspier
Met name M2 en M3
M3-receptoren kunnen worden geblokkeerd met …
Oxybutynine, tolterodine, solifenacine en darifenacine