1B3 week 14 college 7

Question 1

Definitie hypertensieve crisis

Answer 1

Systolische bloeddruk hoger dan 220 mmHg en diastolische bloeddruk hoger dan 120-130 mmHG

Question 2

Micro-angiopathische hemolytiscche anemie (MAHA)

Answer 2

Gekenmerkt door fragmentatie hemolyse. Hierdoor ontstaat een anemie.

Question 3

Pathofysiologie hypertensie

Answer 3

Verandering in het endotheel en het RAAS-systeem. Dit komt door een verstoord evenwicht tussen PGI2 en NO in het endotheel.

Question 4

Oorzaken hypertensieve crisis

Answer 4

Cocaïne intoxicaties, adrenerge crisis, glomerulonefritis, geacceleerde primaire of secundaire hypertensie, slecrodermie/vasculitis, preëclampsie (zwangerschapsvergiftiging)

Question 5

Klinische uiting hypertensieve crisis

Answer 5

Hoofdpijn, visuele beperking, renale functiestoornissen, hartfalen, linker ventrikel hypertrofie, neurologisch complicaties, maagdarmklachten, micro-angiopathische hemolytische anemie en secundair hyperaldosteronisme

Question 6

Retinopathie

Answer 6

Kleine bloedvaatjes in de ogen komen onder grote druk te staan door hypertensie, exsudaties, bloedingen in het oog, bloedvaten gaan kronkelen

Question 7

Hypertensieve encefalopathie

Answer 7

(sub)acuut organisch syndroom ten gevolge van doorbraak vasodilatatie.

Question 8

Symptomen Hypertensieve encefalopathie

Answer 8

Hoofdpijn, lethargie, verwardheid, verminderde visus/blindheid, insluten, coma. Kan verbeterd worden door bloeddruk verlaging

Question 9

Beroerte (CVA)

Answer 9

Acuut, met focale neurologische uitval, in de fundus zitten geen bloedingen of exasudaten en de symptomen kunnen verergeren door bloeddrukverlaging

Question 10

Medicijn voor bloeddrukverlaging

Answer 10

Labetalol (bèta en alfa blokker)