1C2 week 7 college 3 Flashcards
Farmacodynamiek
Wat doet het geneesmiddel met het lichaam
Farmacokinetiek
Wat doet het lichaam met het geneesmiddel
Onderscheid 4 processen farmacokinetiek
Absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie
Doel henderson Hasselbalch vergelijking
Berekenen hoeveelheid van t medicijn in geïoniseerde vorm en niet-geïoniseerde vorm
Kan de geïoniseerde of de niet-geïoniseerde vorm beter worden opgenomen
Niet-geïoniseerde vorm
Formule biologische beschikbaarheid
100*AUCoraal/AUCiv
IV: 100%
Formule verdelingsvolume
Hoeveelheid geneesmiddel in het lichaam / concentratie geneesmiddel in bloed
Vormen van verdeling geneesmiddel in het lichaam
Gebonden/ vrij aan receptoren (actieve vorm)
Weefsel reservoir
Eiwitgebonden in de bloedbaan (geneesmiddel niet effectief)
Vd per Kg heel hoog?
Het geneesmiddel hoopt zich waarschijnlijk ook nog ergens anders in het lichaam op
Hoeveelheid in vrije fractie neemt toe in volgende condities
Gelijktijdig gebruik van meerdere geneesmiddelen (competitie)
Nierinsufficiëntie (eiwitverlies)
Leverinsufficiëntie (< eiwitaanmaak)